Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juni 2020 op het hoger beroep van:
[naam 1] , te [plaats] , appellant
(gemachtigde: mr. L.C.A. Diederen),
de minister voor Medische Zorg (minister)
Procesverloop in hoger beroep
24 september 2019. Appellant is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
2 april 2020 een reactie op gegeven.
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
4 augustus 2017, waarin appellant de gelegenheid had op dit rapport te reageren, de gelegenheid bij uitstek om daarop te wijzen. Tot op heden heeft appellant bedoeld document echter niet overgelegd. Ter zitting van het College heeft appellant naar voren gebracht dat hij over een schoonmaakschema en een temperatuurregistratie beschikt, maar dat duidt er naar het oordeel van het College niet op dat hij beschikt over een hygiënecode of een voedselveiligheidsplan als bedoeld in artikel 5 van Verordening 852/2004.
4 augustus 2017 in zoverre herroepen.
Beslissing
- herroept het primaire besluit van 4 augustus 2017 voor zover daarbij aan appellant een boete is opgelegd van € 1.575,- wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit in verbinding met artikel 4, tweede lid, in verbinding met bijlage II, hoofdstuk I, onder 1, van Verordening 852/2004;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 253,- aan appellant te vergoeden;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van appellant tot een bedrag van
te ondertekenen.