Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 april 2020 op het verzet van
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Op 14 april 2020 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/2171. Deze uitspraak betreft het verzet van de Maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen een eerdere uitspraak van 20 augustus 2019. In die eerdere uitspraak had het College het verzoek van appellante om veroordeling van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de kosten van het bezwaar en beroep afgewezen. Appellante heeft op 11 november 2019 verzocht om rectificatie van de uitspraak van 20 augustus 2019, omdat deze volgens haar een kennelijke onjuistheid bevatte. Het College heeft deze brief opgevat als een verzetschrift.
Bij de beoordeling van het verzetschrift heeft het College vastgesteld dat dit niet binnen de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. Er zijn geen omstandigheden gebleken die erop wijzen dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor heeft het College het verzet niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast heeft het College opgemerkt dat een verzoek om rectificatie of vervallenverklaring van een uitspraak, dat is gebaseerd op de stelling dat de bestuursrechter tot een onjuist oordeel is gekomen, niet voor inwilliging in aanmerking komt. Tot slot is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.
De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.A. Bohlmeijer, en is openbaar uitgesproken op 14 april 2020.