ECLI:NL:CBB:2019:75
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van bezwaarschriften tegen primaire besluiten inzake inschrijving bestuurders van een vereniging
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante en de Kamer van Koophandel. Appellante had bezwaar gemaakt tegen drie primaire besluiten van de Kamer van Koophandel, die betrekking hadden op de inschrijving van bestuurders van een vereniging. De Kamer van Koophandel had de bezwaarschriften van appellante niet-ontvankelijk verklaard, waarop appellante in beroep ging. Appellante stelde dat zij als belanghebbende moest worden aangemerkt, omdat er een civielrechtelijke procedure tussen haar en de vereniging liep. Het College oordeelde echter dat appellante terecht niet als belanghebbende was aangemerkt. De Kamer van Koophandel had de bezwaarschriften terecht niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen voldoende causaal verband was tussen de besluiten en de belangen van appellante. De omstandigheid dat appellante en de vereniging civielrechtelijk tegen elkaar procederen, leidde niet tot de conclusie dat appellante rechtstreeks in haar belang werd getroffen door de besluiten. Het College verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.