ECLI:NL:CBB:2019:709

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
17 december 2019
Publicatiedatum
17 december 2019
Zaaknummer
19/1281
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

In deze zaak heeft appellante, [naam] V.O.F., beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 13 mei 2019. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 12 november 2019 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellante niet tijdig gronden van het beroep had ingediend, ondanks een eerdere aanmaning op 27 augustus 2019. Appellante heeft echter verzet aangetekend tegen deze uitspraak, stellende dat zij niet in verzuim was.

Tijdens de behandeling van het verzet heeft het College vastgesteld dat appellante inderdaad niet in verzuim is geweest. Dit leidde tot de conclusie dat het verzet gegrond is. De eerdere uitspraak van 12 november 2019 wordt daarmee vernietigd en het onderzoek naar het beroep zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Het College heeft geen aanleiding gezien om appellante te veroordelen in de proceskosten van het verzet.

De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons en is openbaar uitgesproken op 17 december 2019. De griffier, E.A. van der Meel, was aanwezig bij de uitspraak. Deze beslissing markeert een belangrijke stap in de procedure, waarbij de mogelijkheid voor appellante om haar gronden alsnog in te dienen wordt hersteld.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 19/1281

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 december 2019 op het verzet van

[naam] V.O.F., te [plaats] , appellante,

Procesverloop

Appellante heeft tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 13 mei 2019 beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 12 november 2019 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante heeft tegen de uitspraak van 12 november 2019 verzet gedaan.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat appellante, na laatstelijk bij griffiersbrief van 27 augustus 2019 in de gelegenheid te zijn gesteld alsnog gronden van het beroep in te dienen, dat niet heeft gedaan.
2. In verzet is gebleken dat appellante niet in verzuim is geweest. Het verzet wordt daarom gegrond verklaard.
3. Nu het verzet gegrond wordt verklaard, vervalt de uitspraak van 12 november 2019 en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van
E.A. van der Meel, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
17 december 2019.
w.g. T.G.M. Simons w.g. E.A. van der Meel