Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 oktober 2019 op het verzet van
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft appellante, een vennootschap onder firma, beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, gedateerd 18 december 2018. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 7 mei 2019 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift buiten de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. Appellante heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak en verzocht om gehoord te worden.
Tijdens de zitting op 19 september 2019 heeft appellante aangevoerd dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) tijdens de beroepstermijn niet goed functioneerde, wat volgens haar heeft geleid tot de te late indiening van het beroepschrift. Het College heeft echter overwogen dat de wettelijke bepalingen omtrent de termijn voor het indienen van een beroepschrift strikt zijn en dat de argumenten van appellante niet voldoende zijn om aan te tonen dat zij niet in verzuim was.
Het College heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is, omdat de redenen die appellante heeft aangevoerd niet leiden tot een andere conclusie over de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons en is openbaar uitgesproken op 15 oktober 2019. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.