Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 oktober 2019 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
€ 655.044,25, waarvan 40% voor subsidie in aanmerking komt tot een maximum van € 250.000,-.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 8 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant, vertegenwoordigd door mr. J.J.J. de Rooij, en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vertegenwoordigd door mr. R.M.M. Sipman. De appellant had een subsidie aangevraagd voor investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen, maar de minister had de subsidie aanvankelijk vastgesteld op € 89.484,- en later verhoogd naar € 97.473,- na heroverweging van het bezwaar van de appellant. Tevens werd er een bedrag van € 102.527,- aan betaalde voorschotten teruggevorderd. De appellant heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarbij hij aanvoerde dat het besluit onvoldoende gemotiveerd was en dat hij had voldaan aan de administratieverplichtingen.
Het College heeft vastgesteld dat de appellant niet aan de administratieverplichtingen heeft voldaan, zoals neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Regeling LNV-subsidies. De appellant had wijzigingen in zijn investeringsplan doorgegeven, maar de kostenposten die hij had opgevoerd, zoals die van verschillende leveranciers, waren onvoldoende onderbouwd. Het College oordeelde dat de minister terecht geen subsidie heeft vastgesteld voor deze kosten, omdat de appellant niet kon aantonen dat de opgevoerde kosten daadwerkelijk waren gemaakt voor de subsidiabele activiteiten. Het College heeft het beroep ongegrond verklaard en de terugvordering van de voorschotten bevestigd.