ECLI:NL:CBB:2019:317
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- C.H.R. Mattheussens
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de afwijzing van subsidiabele oppervlakte in het kader van de Gecombineerde opgave 2017
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 juli 2019 uitspraak gedaan in het beroep van een handelsonderneming tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De handelsonderneming had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de subsidiabele oppervlakte van verschillende percelen in het kader van de Gecombineerde opgave 2017. Het primaire besluit, waarin de minister de aanvraag om uitbetaling van betalingsrechten voor het jaar 2017 had toegewezen, werd in het bestreden besluit van 9 april 2018 door de minister gehandhaafd, ondanks het bezwaar van de appellante. De appellante stelde dat de vastgestelde oppervlaktes van de percelen niet correct waren en dat er onterecht geen subsidiabele hectares waren goedgekeurd. Het College heeft de argumenten van de appellante beoordeeld, waaronder de claim dat perceel 5 onterecht kleiner was vastgesteld en dat er bij perceel 23 sprake was van verruiging. Het College concludeerde dat de minister de oppervlaktes van de percelen correct had vastgesteld en dat de argumenten van de appellante niet voldoende onderbouwd waren. Het beroep werd ongegrond verklaard, en het College oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.