ECLI:NL:CBB:2019:292
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Energie-investeringsaftrek voor zonnepanelen door gebrek aan onderlinge verbondenheid en piekvermogen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 juli 2019 uitspraak gedaan in het geschil tussen een appellant, handelend onder de naam [naam 2], en de minister van Economische Zaken. De appellant had op 30 november 2017 een aanvraag ingediend voor een Energie-investeringsaftrek (EIA-verklaring) voor een investering in zonnepanelen, die volgens de appellant een gezamenlijk piekvermogen van 81 kW zouden hebben. De aanvraag werd echter afgewezen door de minister, omdat de zonnepanelen verdeeld waren over vier afzonderlijke aansluitingen, waarbij elk systeem een piekvermogen had van minder dan 25 kW. De minister stelde dat de zonnepanelen niet voldeden aan de voorwaarden van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de bijbehorende Regeling, die vereisen dat het gezamenlijk piekvermogen van de zonnepanelen meer dan 25 kW moet zijn en dat er sprake moet zijn van een samenstel van nieuwe voorzieningen.
De appellant voerde aan dat de vier aansluitingen praktisch noodzakelijk waren en dat de gehele installatie als één geheel moest worden beschouwd. Het College oordeelde echter dat de vier systemen niet onderling verbonden waren voor de productie van elektriciteit, en dat de afzonderlijke systemen niet voldeden aan de piekvermogenseis. Het College bevestigde de afwijzing van de aanvraag door de minister en verklaarde het beroep van de appellant ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke vereisten voor de EIA-verklaring en de noodzaak van onderlinge verbondenheid van systemen voor het behalen van de vereiste piekvermogens.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.