In deze zaak hebben appellanten, bewoners van [plaats], een verzoek ingediend bij de burgemeester en wethouders van Den Haag om handhavend op te treden tegen de zondagopenstelling van het [naam 3] filiaal in het Texaco pompstation. Dit verzoek werd afgewezen, waarna appellanten bezwaar maakten. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 23 april 2019 uitspraak gedaan in deze zaak. De appellanten stelden dat het filiaal op zondag open was van 6.00 uur tot 23.00 uur, wat in strijd zou zijn met de Winkeltijdenwet en de gemeentelijke verordening. De verweerders gaven aan dat er geen concrete signalen waren dat de openingstijden werden overschreden en dat er een nieuwe verordening in voorbereiding was die de openingstijden zou verruimen.
Tijdens de zitting op 14 maart 2019 hebben appellanten hun bezorgdheid geuit over de geluidsoverlast die het filiaal veroorzaakte, vooral op zondag. Het College oordeelde dat de verweerders onvoldoende hadden gemotiveerd waarom zij niet handhavend optraden, ondanks de vaststelling dat het filiaal vóór 10.00 uur open was, wat in strijd was met de geldende regelgeving. Het College concludeerde dat er geen zicht was op legalisatie van de overtredingen en dat de verweerders een zorgvuldige afweging van de belangen hadden moeten maken.
Het College heeft het beroep van appellanten gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerders opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de uitspraak. Tevens zijn de proceskosten van appellanten vergoed.