ECLI:NL:CBB:2018:635
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in verband met intrekking Taxxxivergunning wegens vermeende illegale taxiverhuur
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 november 2018 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de intrekking van de Taxxxivergunning van verzoeker, een taxichauffeur werkzaam in Amsterdam. De intrekking vond plaats naar aanleiding van een rapport van bevindingen waarin werd gesteld dat verzoeker op 25 februari 2018 taxivervoer aanbood op de Amsterdamse opstapmarkt, terwijl zijn vergunning geschorst was. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze intrekking en verzocht om een voorlopige voorziening zodat hij zijn werkzaamheden kon voortzetten.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker op de betreffende datum op een laad- en losplaats stond te wachten op een klant, maar dat hij dit deed terwijl zijn vergunning geschorst was. De rechter oordeelde dat de feiten en omstandigheden in het rapport van bevindingen voldoende grond gaven voor de conclusie dat verzoeker in overtreding was. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de juistheid van het rapport en de stellingen van verzoeker dat hij op de bel- en contractmarkt werkzaam was, werden niet geloofwaardig geacht.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond en het primaire besluit tot intrekking van de vergunning rechtmatig was. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat verzoeker geen inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie, wat bijdroeg aan de afwijzing van het verzoek.