Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 november 2018 in de zaak tussen
Landschapsbeheer [naam 1] , te [plaats] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.Nu kon appellante alleen nog in aanmerking komen voor uitbetaling indien zij een accountantsverklaring zou overleggen. Door het niet overleggen van de accountantsverklaring kan zij haar rechten voor het jaar 2016 niet te gelde maken en wordt zij onevenredig hard getroffen. Appellante acht dit in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Dit klemt volgens appellante temeer nu zij niet (tijdig) in de gelegenheid is gesteld haar aanvraag te completeren.
.
.Voorts heeft appellante naar aanleiding van de in de Gecombineerde opgave 2016 opgeworpen vraag of zij met een accountantsverklaring kan aantonen dat de landbouwactiviteiten een belangrijk deel van de totale economische activiteiten zijn, het vakje ‘Ja, ik stuur de accountantsverklaring uiterlijk 15 mei 2016 naar RVO.nl’ aangevinkt. Desondanks heeft appelante een dergelijke accountantsverklaring niet aan verweerder doen toekomen, zodat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat appellante niet heeft voldaan aan artikel 2.3 vijfde lid, van de Uitvoeringsregeling.