Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
5111
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 november 2018 in de zaak tussen
Landbouwbedrijf [naam 1] , te [plaats] , appellant
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
– omdat daarin geen rekening is gehouden met de overgelegde bewijzen van de juiste inzaaidatum –, deelt verweerder dan ook niet. Verweerder heeft de aanvraag beoordeeld aan de hand van de hem ter beschikking staande gegevens. Nu appellant verplicht is de juiste inzaaidatum uiterlijk op de datum van inzaai door te geven, is terecht geen rekening (meer) gehouden met de door appellant ingezonden stukken, aldus verweerder.
(…)
B. Voorwaarden waaronder de vanggewassen, bedoeld in onderdeel A, kunnen worden geteeld:
5. De landbouwer meldt de datum van inzaai uiterlijk op de dag van inzaai bij de minister door middel van een daartoe door de minister beschikbaar gesteld middel.
(…)”.