ECLI:NL:CBB:2018:552

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
23 oktober 2018
Publicatiedatum
26 oktober 2018
Zaaknummer
18/1022
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

In deze zaak heeft de Maatschap [naam], gevestigd te [plaats], verzet aangetekend tegen de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 9 oktober 2018, waarin het beroep van appellante niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een beroep dat was ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 april 2018. De reden voor de niet-ontvankelijkheid was dat appellante niet tijdig de gronden van het beroep had ingediend, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid was gesteld via een griffiersbrief van 9 augustus 2018.

Tijdens de behandeling van het verzet is echter gebleken dat appellante niet in verzuim is geweest. Het College heeft vastgesteld dat de beroepsgronden wel degelijk tijdig zijn ingediend, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 9 oktober 2018 niet in stand kan blijven. Het College heeft daarom het verzet gegrond verklaard, wat inhoudt dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek naar het beroep wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.

De uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2018. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet, wat betekent dat de kosten voor deze procedure niet aan de appellante worden opgelegd.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 18/1022
16008

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 oktober 2018 op het verzet van

Maatschap [naam] , te [plaats] , appellante,

(gemachtigde: mr. R.J. de Nekker)

Procesverloop

Appellante heeft tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 april 2018 (het bestreden besluit) beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 9 oktober 2018 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante heeft tegen de uitspraak van 9 oktober 2018 verzet gedaan.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat appellante, na laatstelijk bij griffiersbrief van 9 augustus 2018 in de gelegenheid te zijn gesteld alsnog de gronden van het beroep in te dienen, dat niet tijdig heeft gedaan.
2. In verzet is gebleken dat appellante niet in verzuim is geweest. Het verzet moet daarom gegrond worden verklaard.
3. Nu het verzet gegrond wordt verklaard, vervalt de uitspraak van 9 oktober 2018 en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van
R. van Cuilenborg, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken
op 23 oktober 2018.
w.g. T.G.M. Simons w.g. R. van Cuilenborg