ECLI:NL:CBB:2018:528
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- J.B.C. van der Veer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag extra betaling jonge landbouwers op basis van regelgeving GLB
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Maatschap [naam 1] en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante, een jonge landbouwer, had een aanvraag ingediend voor extra betaling voor jonge landbouwers voor het jaar 2016, welke door de minister was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB, waarbij werd gesteld dat de zoon van de appellante, die als jonge landbouwer was opgegeven, in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag zeggenschap had over een landbouwbedrijf. De minister concludeerde dat de zoon niet voldeed aan de voorwaarden voor de extra betaling, omdat hij niet aantoonde dat hij gedurende de vereiste tijdsduur de dagelijkse bedrijfsvoering had. Tijdens de zitting op 15 augustus 2018 werd de zaak verder toegelicht door de gemachtigden van beide partijen. Het College oordeelde dat de appellante niet had aangetoond dat de zoon op een later moment de vereiste blokkerende zeggenschap had verworven of dat hij op een later moment belast was met de dagelijkse bedrijfsvoering. De conclusie was dat de aanvraag om extra betaling voor jonge landbouwers voor het jaar 2016 terecht was afgewezen, en het beroep van de appellante werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 9 oktober 2018.