Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 oktober 2018 op het verzet van
[naam] , te [plaats] , appellant
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft appellant op 14 mei 2018 beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat op 22 maart 2018 was genomen. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 19 juni 2018 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de beroepstermijn was overschreden. Appellant heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar heeft geen verzoek gedaan om te worden gehoord.
Het College heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de beroepstermijn van zes weken was overschreden en dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. Appellant stelde in verzet dat hij dacht dat de termijn van zes weken 42 werkdagen betrof, maar het College oordeelde dat deze uitleg niet houdbaar was. De informatie die appellant had ontvangen over de beroepsmogelijkheden en de geldende termijn was correct en de verantwoordelijkheid voor de uitleg daarvan lag bij appellant zelf.
Uiteindelijk heeft het College het verzet ongegrond verklaard, waardoor de eerdere uitspraak van 19 juni 2018 in stand bleef. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 oktober 2018 door T.G.M. Simons, met R. van Cuilenborg als griffier.