ECLI:NL:CBB:2018:513

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
2 oktober 2018
Publicatiedatum
8 oktober 2018
Zaaknummer
18/720
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring beroep wegens termijnoverschrijding en ongegrond verzet

In deze zaak heeft appellant op 14 mei 2018 beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat op 22 maart 2018 was genomen. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 19 juni 2018 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de beroepstermijn was overschreden. Appellant heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar heeft geen verzoek gedaan om te worden gehoord.

Het College heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de beroepstermijn van zes weken was overschreden en dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. Appellant stelde in verzet dat hij dacht dat de termijn van zes weken 42 werkdagen betrof, maar het College oordeelde dat deze uitleg niet houdbaar was. De informatie die appellant had ontvangen over de beroepsmogelijkheden en de geldende termijn was correct en de verantwoordelijkheid voor de uitleg daarvan lag bij appellant zelf.

Uiteindelijk heeft het College het verzet ongegrond verklaard, waardoor de eerdere uitspraak van 19 juni 2018 in stand bleef. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 oktober 2018 door T.G.M. Simons, met R. van Cuilenborg als griffier.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 18/720
5111

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 oktober 2018 op het verzet van

[naam] , te [plaats] , appellant

Procesverloop

Appellant heeft bij brief van 14 mei 2018, bij het College ontvangen op
17 mei 2018, tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 maart 2018 (het bestreden besluit) beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 19 juni 2018 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft tegen de uitspraak van 19 juni 2018 verzet gedaan. Hij heeft daarbij niet verzocht om te worden gehoord.

Overwegingen

1. Het College heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de beroepstermijn is overschreden en niet is gebleken van enige grond die redelijkerwijs leidt tot het oordeel dat appellant niet in verzuim is geweest.
2 Appellant heeft in verzet aangevoerd dat hij ervan uitging dat de beroepstermijn van zes weken 42 werkdagen betrof en dat een wettelijke termijn redelijkerwijs niet alleen als uitgangspunt kan dienen.
3. In wat appellant in verzet heeft aangevoerd ziet het College geen aanleiding anders te oordelen dan in de uitspraak van 19 juni 2018. Appellant is bij het bestreden besluit correct geïnformeerd over de beroepsmogelijkheid en de termijn die daarvoor geldt. De wijze waarop appellant deze informatie heeft uitgelegd dient voor zijn rekening te blijven. De wettelijke termijn is uitgangspunt. Indien overschrijding van de termijn verschoonbaar is, wordt de termijnoverschrijding betrokkene niet tegengeworpen. Deze situatie doet zich hier niet voor.
4. Gelet op het voorgaande moet het verzet ongegrond worden verklaard. Dat betekent dat de uitspraak van 19 juni 2018 in stand blijft.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van
R. van Cuilenborg, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
2 oktober 2018.
w.g. T.G.M. Simons w.g. R. van Cuilenborg