ECLI:NL:CBB:2018:320
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen toewijzing betalingsrechten in het kader van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen V.O.F. "[naam 1]" en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat te laat was ingediend door appellante. Het primaire besluit, genomen op 21 april 2016, kende appellante 60,40 betalingsrechten toe op basis van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. Appellante diende echter haar bezwaar tegen dit besluit pas in na de wettelijke termijn van zes weken, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van haar bezwaar door de minister.
De appellante heeft geprobeerd aan te tonen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, maar het College oordeelde dat zij niet voldoende feiten had aangedragen om aan te tonen dat zij niet in verzuim was. De minister had in het primaire besluit een correcte rechtsmiddelenclausule opgenomen en er waren geen aanwijzingen dat appellante onjuist was voorgelicht over de mogelijkheid om bezwaar te maken. Het College concludeerde dat de beroepsgrond van appellante niet slaagde en dat er geen reden was om de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar te herzien.
De uitspraak van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 8 mei 2018.