4.2Het beroep is in zoverre gegrond. Nu appellant in beroep de gelegenheid heeft gehad om te reageren op alle stukken en hij voorts de gelegenheid heeft gehad zijn standpunt nader toe te lichten en appellant hier ook gebruik van heeft gemaakt, zal het College onderzoeken of er aanleiding is met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb te bepalen dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven.
5. De Handelsregisterwet 2007 bepaalt, voor zover hier van belang, het volgende:
“Artikel 5
In het handelsregister worden de volgende ondernemingen ingeschreven:
a. een onderneming die in Nederland is gevestigd en die toebehoort aan een naamloze vennootschap, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap, een maatschap, een rederij, een coöperatie, een onderlinge waarborgmaatschappij, een vereniging, een stichting, een kerkgenootschap of een publiekrechtelijke rechtspersoon;
(…)”
Het Handelsregisterbesluit 2008 bepaalt, voor zover hier van belang, het volgende:
De Kamer weigert om tot inschrijving over te gaan indien zij er niet van overtuigd is dat de opgave afkomstig is van een tot opgave bevoegd persoon.
De Kamer kan weigeren om tot inschrijving over te gaan indien:
a. de opgave strijdig is met een wettelijk voorschrift, het recht, de openbare orde of de goede zeden;
b. de opgave innerlijk strijdig of onvolledig is;
c. de opgave strijdig is met de reeds over de onderneming of rechtspersoon opgenomen gegevens;
d. de opgave strijdig is met gegevens uit een ander basisregister;
e
.de Kamer gerede twijfel heeft over de juistheid van de opgave.”