ECLI:NL:CBB:2017:407

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
13 november 2017
Publicatiedatum
20 december 2017
Zaaknummer
16/886 ea
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de vertrouwelijkheid van gegevens in het methodebesluit regionale netbeheerders gas 2017-2021

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op de beroepen van Stedin Netbeheer B.V. en andere appellanten tegen het methodebesluit regionale netbeheerders gas 2017-2021 van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen de vertrouwelijkheid van bepaalde documenten die door ACM zijn overgelegd, met name een gedingstuk dat vertrouwelijke informatie bevatte. Het College heeft op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moeten beoordelen of de weigering van ACM om deze informatie openbaar te maken gerechtvaardigd was.

Het College overweegt dat ACM zich ten onrechte beroept op de geheimhouding van persoonsgegevens en bedrijfsgegevens. De argumenten van ACM om de vertrouwelijkheid te handhaven, zoals de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en concurrentiegevoelige informatie, zijn door het College niet als zwaarwegend genoeg beoordeeld. Het College heeft vastgesteld dat de openbaarmaking van de gegevens niet noodzakelijkerwijs schadelijk zou zijn voor de betrokken partijen en dat het belang van transparantie in het proces zwaarder weegt.

De beslissing van het College houdt in dat de beperking van de kennisneming van bepaalde gegevens gerechtvaardigd is, maar dat andere gegevens, zoals het paspoortnummer, niet onder deze beperking vallen. Het College heeft ACM verzocht om binnen twee weken een nieuwe versie van het vertrouwelijke stuk in te dienen, zodat het College op basis van alle relevante informatie uitspraak kan doen. De appellanten en derde partijen zijn verzocht om hun instemming te geven voor het College om uitspraak te doen op basis van de vertrouwelijke versie van het stuk, voor zover zij deze niet kennen.

Uitspraak

beslissing

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummers: 16/886, 16/889, 16/890, 16/905, 16/906, 16/907, 16/908
18400
beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in de zaken tussen

Stedin Netbeheer B.V. (Stedin) (gemachtigde: mr. M.W. F. Oosterhuis),

Enexis B.V.(Enexis) en
Zebra Gasnetwerk B.V.(gemachtigden: mrs. W. Knibbeler en J.J. ten Cate),
Rendo N.V.(gemachtigde: E. Veenstra),
Liander N.V.,
Netbeheer Nederland,
Enduris B.V., (gemachtigden: mrs. J.E. Janssen en S.M. Dielemans-Goossens),
en

Autoriteit Consument en Markt, (ACM) verweerster

(gemachtigden: mr. E.W.T.M. van Leeuwen en K.W. Pill).
Als derde-partij in alle zaken heeft deelgenomen
Gas Transport Services B.V.(gemachtigde: mr. A.A. Kleinhout).
Als derde-partij in de zaken 16/886, 16/905 en 16/908 heeft deelgenomen Enexis.
Als derde-partij in de zaken 16/889 heeft deelgenomen Stedin.
Als derde-partij in de zaken 16/907 hebben deelgenomen
[naam 1](gemachtigde: [naam 3] ),
[naam 2](gemachtigden: [naam 4] en [naam 5] ).

Procesverloop

Appellanten hebben beroepen ingesteld tegen het methodebesluit regionale netbeheerders gas 2017-2021 van ACM.
ACM heeft de vertrouwelijke versie van een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend het College kennis zal mogen nemen van dit stuk.
 inventarislijst dossier 16.0108.52 - Methodebesluiten regionale netbeheerders gas vanaf 2017 stuk 15, zienswijze en (aangehecht in bijlage) Transfer of beneficial ownership of building rights.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:29, derde lid, Awb beslist het College of de weigering dan wel beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.
2. ACM heeft zich op het standpunt gesteld dat het weggelakte paspoortnummer in de Transfer of beneficial ownership of building rights vertrouwelijk is omdat dit een gegeven is als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e van de Wet openbaarheid bestuur (Wob) en/of bijzondere persoonsgegevens in de zin van artikel 10, eerste lid, onder d van de Wob.
3.1
Het College overweegt hiertoe dat ACM zich ten onrechte beroept op artikel 10, eerste lid, onder d van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Die bepaling heeft immers enkel betrekking op zogenoemde bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, te weten gegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele voorkeur, alsmede persoonsgegevens betreffende het lidmaatschap van een vakvereniging. Van dergelijke bijzondere persoonsgegevens is hier geen sprake.
3.2
ACM beroept zich in dit verband eveneens tevergeefs op artikel 10, tweede lid, onder e, van de Wob. Geheimhouding van persoonsgegevens vanwege de in die bepaling genoemde eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, vergt een afweging van belangen. ACM heeft geen zwaarwegende redenen aangevoerd op grond waarvan het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zwaarder dient te wegen dan het belang van de ongehinderde toegang tot het procesdossier voor alle procespartijen.
4. ACM heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat stuk 15, voor zover het de weggelakte gedeeltes van de zienswijze en de weggelakte gedeeltes van de Transfer of beneficial ownership of building rights betreft (met uitzondering van het hiervoor onder 2. genoemde paspoortnummer), vertrouwelijk is omdat het bedrijfs- en fabricagegegevens in de zin van artikel 10, eerste lid, en onder c, van de Wob bevat dan wel als vertrouwelijk moet worden aangemerkt gelet artikel 10, eerste lid, onder c en het tweede lid, onder g van de Wob. Door openbaarmaking van deze (passages) van documenten zal het betreffende bedrijf onevenredig worden benadeeld doordat anderen (concurrenten) kennis kunnen nemen van gevoelige informatie over de strategie en/of bedrijfsvoering.
5.1
Deze door het College te nemen beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie en het belang dat het College beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daar tegenover staat dat openbaarmaking van bepaalde gegevens het belang van een of meer partijen onevenredig kan schaden, terwijl
ACM er belang bij heeft ook in de toekomst de informatie, waaronder concurrentiegevoelige gegevens, aangeleverd te krijgen die zij voor een goede uitoefening van haar taken nodig heeft. Onder concurrentiegevoelige bedrijfsgegevens vallen ook gegevens die, hoewel zelf niet als bedrijfsgegevens aan te merken, niettemin inzicht kunnen bieden in de door betrokkene(n) voorgestane (markt)strategie.
5.2
Het College is van oordeel dat de onder 4. aangeduide weggelakte gedeeltes bedrijfsvertrouwelijke gegevens of gegevens betreffen waaruit (een deel van) de marktstrategie van betrokkenen zou kunnen worden afgeleid, zo al niet zonder meer sprake is van concurrentiegevoelige gegevens. Deze vertrouwelijkheid dient te worden geëerbiedigd, omdat openbaarmaking van deze informatie tot een onevenredig nadeel voor de verstrekker van de gegevens zal kunnen leiden, terwijl kennisneming van deze informatie door de partij die er niet over beschikt niet noodzakelijk is om haar belangen naar behoren te kunnen bepleiten.
6. Het College kan alleen met toestemming van de andere partijen mede op de grondslag van die stukken uitspraak doen. Die toestemming is niet nodig voor een stuk dat een partij al kent.
Appellanten en derde partijen worden verzocht om binnen twee weken na heden schriftelijk kenbaar te maken of zij ermee instemmen dat het College mede op grondslag van de vertrouwelijke versie van de onder 4. genoemd stuk, voor zover zij dit stuk niet kennen, uitspraak doet op de beroepen.
5. Het College stuurt het onder 2. genoemd stuk terug aan ACM. ACM is verplicht dit stuk in te sturen en dient binnen twee weken na de verzending van deze beslissing een nieuwe versie van dit stuk aan het College en de andere partijen toe te sturen. Stuurt ACM dit stuk niet in, dan kan het College daaruit de gevolgtrekkingen maken die hem geraden voorkomen.

Beslissing

Het College:
- beslist dat beperking van de kennisneming van het onder 4. genoemde stuk gerechtvaardigd is voor zover het de onder 4. omschreven gegevens betreft;
- verzoekt appellanten en derde-partijen om binnen twee weken na heden schriftelijk aan het College kenbaar te maken of zij ermee instemmen dat het College mede op grondslag van de vertrouwelijke versie van dit stuk uitspraak doet op de beroepen, voor zover zij dit stuk niet kennen;
- beslist dat beperking van de kennisneming van het onder 2. genoemde stuk, voor zover dit het paspoortnummer betreft, niet gerechtvaardigd is;
- bepaalt dat dit stuk genoemd onder het vorige aandachtsstreepje wordt teruggezonden aan ACM;
- verzoekt ACM binnen twee weken na heden een nieuwe versie van dit stuk aan het College en de andere partijen toe te sturen.
Aldus genomen door mr. H.S.J. Albers, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Beishuizen als griffier, op .
w.g. H.S.J. Albers w.g. P.M. Beishuizen