ECLI:NL:CBB:2017:406

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
13 november 2017
Publicatiedatum
20 december 2017
Zaaknummer
17/409 en 17/410
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de vertrouwelijkheid van documenten in bestuursrechtelijke procedures met betrekking tot Gas Transport Services B.V.

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 13 november 2017, zijn de zaken 17/409 en 17/410 aan de orde. De appellanten, waaronder Gas Transport Services B.V. (GTS), hebben beroep ingesteld tegen het methodebesluit van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) voor de periode 2017-2021. De ACM heeft vertrouwelijke versies van bepaalde gedingstukken overgelegd en verzocht om beperking van de kennisneming van deze stukken op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College heeft de taak om te beoordelen of deze beperking gerechtvaardigd is.

Het College overweegt dat ACM zich ten onrechte beroept op artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) voor de geheimhouding van bepaalde gegevens. Het College stelt vast dat de weggelakte gedeeltes geen bijzondere persoonsgegevens bevatten en dat de belangen van de partijen in het geding zwaarder wegen dan de belangen van ACM bij geheimhouding. Het College oordeelt dat de beperking van de kennisneming van de onder 2. genoemde stukken niet gerechtvaardigd is, terwijl de vertrouwelijkheid van het onder 4. genoemde stuk wel gerechtvaardigd is.

De beslissing houdt in dat het College de betrokken partijen verzoekt om binnen twee weken schriftelijk aan te geven of zij instemmen met de vertrouwelijke behandeling van bepaalde stukken. Tevens wordt ACM opgedragen om binnen twee weken een nieuwe versie van de vertrouwelijke stukken aan het College en de andere partijen toe te sturen. Het College benadrukt het belang van transparantie in het proces en de noodzaak dat alle partijen gelijkelijk toegang hebben tot relevante informatie voor een zorgvuldige behandeling van de zaak.

Uitspraak

beslissing

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummers: 17/409 en 17/410
18400
beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in de zaken tussen
[naam 1], ( [naam 1] ) (gemachtigde: [naam 4] ),
Gas Transport Services B.V.(GTS) (gemachtigde: mr. A.A. Kleinhout),
appellanten
en

Autoriteit Consument en Markt, (ACM) verweerster

(gemachtigden: mrs. E.W.T.M. van Leeuwen en K.W. Pill).
Als derde-partijen hebben aan het geding 17/409 deelgenomen:
GTS,
[naam 2]( [naam 2] ) (gemachtigden: [naam 5] en [naam 6] ),
[naam 3]( [naam 3] ) (gemachtigde: [naam 7] ),
Netbeheer Nederland(gemachtigden: mrs. J.E. Janssen en S.M. Dielemans-Goossens).
Als derde-partijen hebben aan het geding 17/410 deelgenomen:
Vereniging Energie Nederland,
[naam 2] ,
[naam 3] .

Procesverloop

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het methodebesluit GTS 2017-2021 van ACM.
ACM heeft de vertrouwelijke versie van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend het College kennis zal mogen nemen van deze stukken.
 inventarislijst dossier 16.0110.52 - Methodebesluiten Gasunie Transport Services B.V. (GTS) vanaf 2017
stukken 11, 19, 22, 23, 24, 25, 28, 29, 35, 38, 41,
 inventarislijst dossier 15.1197.29 - REG 2017 - GTS-specifieke onderwerpen
stukken 1, 2.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:29, derde lid, Awb beslist het College of de weigering dan wel beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.
2. ACM heeft zich op het standpunt gesteld dat de weggelakte gedeeltes van de volgende stukken, bij de hieronder genoemde inventarislijsten zijn overgelegd vertrouwelijk zijn omdat deze stukken gegevens bevatten als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e van de Wet openbaarheid bestuur (Wob) en/of bijzondere persoonsgegevens in de zin van artikel 10, eerste lid, onder d van de Wob.
  • Stukken 19, 22, 23, 24, 25, 28, 29, 35, 38, 41 overgelegd bij inventarislijst dossier 16.0110.52 - Methodebesluiten Gasunie Transport Services B.V. (GTS) vanaf 2017;
  • stukken 1 en 2 overgelegd bij inventarislijst dossier 15.1197.29 - REG 2017 - GTS-specifieke onderwerpen;
3.1
Het College overweegt hiertoe dat ACM zich ten onrechte beroept op artikel 10, eerste lid, onder d van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Die bepaling heeft immers enkel betrekking op zogenoemde bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, te weten gegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele voorkeur, alsmede persoonsgegevens betreffende het lidmaatschap van een vakvereniging. Van dergelijke bijzondere persoonsgegevens is hier geen sprake.
3.2
ACM beroept zich in dit verband eveneens tevergeefs op artikel 10, tweede lid, onder e, van de Wob. Geheimhouding van persoonsgegevens vanwege de in die bepaling genoemde eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, vergt een afweging van belangen. ACM heeft geen zwaarwegende redenen aangevoerd op grond waarvan het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zwaarder dient te wegen dan het belang van de ongehinderde toegang tot het procesdossier voor alle procespartijen.
3.3
Bovendien geldt voor stuk 35 dat daar genoemde persoonsgegevens reeds bekend zijn bij partijen gelet op de stukken die zijn overgelegd.
3.4
Het College acht derhalve beperking van de kennisneming van de onder 2. genoemde stukken niet gerechtvaardigd.
4. ACM heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat stuk 11 van de inventarislijst dossier 16.0110.52 - Methodebesluiten Gasunie Transport Services B.V. (GTS) vanaf 2017 vertrouwelijk is omdat het bedrijfs- en fabricagegegevens in de zin van artikel 10, eerste lid, en onder c, van de Wob bevat dan wel als vertrouwelijk moet worden aangemerkt gelet artikel 10, eerste lid, onder c en het tweede lid, onder g van de Wob. Door openbaarmaking van deze (passages) van documenten zal het betreffende bedrijf onevenredig worden benadeeld doordat anderen (concurrenten) kennis kunnen nemen van gevoelige informatie over de strategie en/of bedrijfsvoering.
5.1
Deze door het College te nemen beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie en het belang dat het College beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daar tegenover staat dat openbaarmaking van bepaalde gegevens het belang van een of meer partijen onevenredig kan schaden, terwijl
ACM er belang bij heeft ook in de toekomst de informatie, waaronder concurrentiegevoelige gegevens, aangeleverd te krijgen die zij voor een goede uitoefening van haar taken nodig heeft. Onder concurrentiegevoelige bedrijfsgegevens vallen ook gegevens die, hoewel zelf niet als bedrijfsgegevens aan te merken, niettemin inzicht kunnen bieden in de door betrokkene(n) voorgestane (markt)strategie.
5.2
Het College is van oordeel dat dit stuk bedrijfsvertrouwelijke gegevens of gegevens bevatten waaruit (een deel van) de marktstrategie van betrokkenen zou kunnen worden afgeleid, zo al niet zonder meer sprake is van concurrentiegevoelige gegevens. Deze vertrouwelijkheid dient te worden geëerbiedigd, omdat openbaarmaking van deze informatie tot een onevenredig nadeel voor de verstrekker van de gegevens zal kunnen leiden, terwijl kennisneming van deze informatie door de partij die er niet over beschikt niet noodzakelijk is om haar belangen naar behoren te kunnen bepleiten.
6. Het College kan alleen met toestemming van de andere partijen mede op de grondslag van dit stuk uitspraak doen. Die toestemming is niet nodig voor een stuk dat een partij al kent.
Appellanten en derde partijen worden verzocht om binnen twee weken na heden schriftelijk kenbaar te maken of zij ermee instemmen dat het College mede op grondslag van de vertrouwelijke versie van het onder 4. genoemde stuk, voor zover zij dit stuk niet kennen, uitspraak doet op de beroepen.
7. Het College stuurt de onder 2. genoemde stukken terug aan ACM. ACM is verplicht deze stukken in te sturen en dient binnen twee weken na de verzending van deze beslissing een nieuwe versie van deze stukken aan het College en de andere partijen toe te sturen. Stuurt ACM een of meer stukken niet in, dan kan het College daaruit de gevolgtrekkingen maken die hem geraden voorkomen.

Beslissing

Het College:
- beslist dat beperking van de kennisneming van het onder 4. genoemde stuk gerechtvaardigd is;
- verzoekt appellanten en derde-partijen om binnen twee weken na heden schriftelijk aan het College kenbaar te maken of zij ermee instemmen dat het College mede op grondslag van de vertrouwelijke versie van die stukken uitspraak doet op de beroepen, voor zover zij deze stukken niet kennen;
- beslist dat beperking van de kennisneming van de onder 2. genoemde stukken niet gerechtvaardigd is;
- bepaalt dat de documenten genoemd onder het vorige aandachtsstreepje worden teruggezonden aan ACM;
- verzoekt ACM binnen twee weken na heden een nieuwe versie van deze stukken aan het College en de andere partijen toe te sturen.
Aldus genomen door mr. H.S.J. Albers, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Beishuizen als griffier, op .
w.g. H.S.J. Albers w.g. P.M. Beishuizen