Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 21 december 2017 in de zaken tussen:
zorgverzekeraars: Zilveren Kruis, CZ Groep Zorgverzekeraar, Coöperatie VGZ, ASR, ONVZ, Zorg en Zekerheid, De Friesland, Menzisen
DSW, hierna: de zorgverzekeraars, (zaaknummers 16/969, 17/879, 17/880 en 17/1150)
Vereniging Geestelijke Gezondheidszorg Nederland(GGZ Nederland), de
Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & Psychotherapeuten(LVVP), de
Stichting Verslavingszorg Noord Nederland(VNN), de
Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie(NVvP), het
Nederlands Instituut van Psychologen(N.I.P.) en de vereniging
Meer GGZ(Meer GGZ), hierna: de zorgaanbieders (zaaknummers 16/1022, 16/1069, 17/53, 17/931 en 17/1149),
Stichting ZorgvoorKwaliteit,
[naam 1],
[naam 2],
[naam 3],
[naam 4], hierna: ZorgvoorKwaliteit, (zaaknummer 17/881),
Stichting Safehouses Salvation,de
Stichting Vincere GGZen
CrisisCare B.V., hierna: Safehouses Salvation e.a. (zaaknummers 17/882 t/m 17/890),
en
de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster,
Procesverloop
De standaardtarieven 2017 zijn daarbij ten opzichte van de eerdere tariefbeschikking met ongeveer 0,5% gedaald en ook de hersteltarieven voor de jaren 2014 en 2015 zijn daarmee gewijzigd.
Overwegingen
“Als de tarieven minder dan kostendekkend zijn vastgesteld, dan moet je dit terug zien in de financiële positie van aanbieders. De financiële positie moet verslechteren. Het kostprijsonderzoek laat een stijging van de kosten zien tussen 2009 en 2012. Ondanks de kostenstijgingen is de financiële positie van de sector alleen maar beter geworden. (…) Veruit het grootste deel van de kosten bestaat uit loonkosten. De over de jaren 2009-2012 afgesloten cao’s verklaren echter de kostenstijging niet: de stijging in de cao’s is steeds minder dan de jaarlijkse indexatie.”
Verweerster stelt zich op het standpunt dat deze beroepsgrond van de zorgverzekeraars dient te worden gepasseerd, omdat het alsnog beoordelen van de argumenten van de zorgverzekeraars over de gehanteerde kostprijsgegevens in strijd met de goede procesorde en het beginsel van efficiënte procesvoering zou zijn.
Als gevolg van de vaststelling dat de bestreden besluiten niet in stand kunnen blijven dienen ook de tegen (onderdelen van) die besluiten gerichte beroepen van de overige appellanten gegrond te worden verklaard.
(1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift in zaak 17/1150, 1 punt voor de hoorzitting in zaak 17/1150, 1 punt voor het beroepschrift in zaak 16/969, 1 punt voor het beroepschrift in zaak 17/879, 1 punt voor het beroepschrift in zaak 17/880, 1 punt voor het beroepschrift in zaak 17/1150 en 1,5 punt voor het verschijnen ter zitting (4 samenhangende zaken), met een waarde per punt van € 495,-- en een wegingsfactor 1),
(1 punt voor de hoorzitting in zaken 16/1022, 16/1069, 17/53 en 17/931, 1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift in zaak 17/1149, 1 punt voor de hoorzitting in zaak 17/1149, 1,5 punt voor de beroepschriften in de zaken 16/1022, 16/1069, 17/53 en 17/931 (4 samenhangende zaken), 1 punt voor het beroepschrift in zaak 17/1149 en 1,5 punt voor het verschijnen ter zitting (5 samenhangende zaken), met een waarde per punt van € 495,-- en een wegingsfactor 1),
(1 punt voor het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 495,-- en een wegingsfactor 1),
(1,5 punt voor de beroepschriften in de zaken 17/882 t/m 890 en 1,5 punt voor het verschijnen ter zitting (9 samenhangende zaken), met een waarde per punt van € 495,-- en een wegingsfactor 1),
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten van 14 oktober 2016 en 7 juni 2017;
- draagt verweerster op nieuwe besluiten te nemen op de bezwaren met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerster op het betaalde griffierecht aan appellanten te vergoeden,