In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 juli 2017 uitspraak gedaan in het geschil tussen de Nederlandse Zorgautoriteit (verweerster) en een zorgaanbieder (appellante) betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een beschikbaarheidbijdrage voor een instroomplaats in de vervolgopleiding ziekenhuisfarmacie voor het jaar 2015. De aanvraag werd afgewezen omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarden, waaronder erkenning door de Registratiecommissie en opname in het verdeelplan. Appellante heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat de afwijzing in strijd is met de Beleidsregel Beschikbaarheidbijdrage (Medische) Vervolgopleidingen, en dat bijzondere omstandigheden aanleiding zouden moeten geven om van het beleid af te wijken.
Het College heeft vastgesteld dat appellante de ziekenhuisapotheek van het Slotervaartziekenhuis had overgenomen en dat er feitelijk geen verandering was in de opleidingssituatie. De Registratiecommissie had eerder al aangegeven dat er geen twijfels waren over het opleidingsklimaat. Het College oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag voor de beschikbaarheidbijdrage onterecht was, omdat de Beleidsregel niet in acht was genomen en de bijzondere omstandigheden niet waren meegewogen. Het College heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerster opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij alsnog een beschikbaarheidbijdrage voor de instroomplaats moet worden toegekend. Tevens is verweerster veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 990,00.