In deze zaak heeft verzoeker, een taxichauffeur, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen de schorsing van zijn Taxxxivergunning door de gemeente Amsterdam. De schorsing was opgelegd voor de duur van één maand, naar aanleiding van een incident op 3 oktober 2015 waarbij verzoeker met gevaarlijk rijgedrag de toezichthouder zou hebben bedreigd. De voorzieningenrechter heeft op 9 juni 2016 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. Verzoeker betwistte de overtredingen en voerde aan dat hij geen gevaarlijk rijgedrag had vertoond. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was dat verzoeker met te hoge snelheid langs de verbalisant was gereden, wat leidde tot de conclusie dat hij in strijd had gehandeld met de regels voor chauffeurs met een Taxxxivergunning. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de schorsing van de vergunning terecht was opgelegd en er geen bijzondere omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. De uitspraak benadrukt het belang van de veiligheid van zowel de toezichthouder als andere weggebruikers.