Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de grote kamer van 25 maart 2015 op de hoger beroepen van:
,
Liander N.V.(Liander) te Arnhem, appellante in zaak 13/526,
Autoriteit Consument en Markt(ACM), verweerster
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Tot 1 juli 2009 behoorden Liander en Nuon CCC tot hetzelfde bedrijf. Als gevolg van de Wet onafhankelijk netbeheer (Won) heeft op 1 juli 2009 een splitsing plaatsgevonden in het netwerkbedrijf Alliander, waartoe Liander behoort, en het productie- en leveringsbedrijf Nuon Energy, waartoe Nuon CCC en ook energieleverancier N.V. Nuon Sales Nederland (Nuon Sales) behoren.
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
bekendmakingvan de geheim te houden gegevens. Deze uitleg sluit, zoals de raadsheer advocaat-generaal heeft uiteengezet, aan bij de uitleg van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht. ACM heeft in reactie op de conclusie naar voren gebracht dat de geheimhoudingsbepalingen in de energiewetgeving, zoals zij steeds heeft betoogd, moeten worden uitgelegd tegen de achtergrond van de communautaire energierichtlijnen en niet vanuit een strafrechtelijke invalshoek. Volgens ACM volgt uit de door deze richtlijnen voorgeschreven onafhankelijkheid van de netbeheerder van de leverancier en het beoogde level playing field voor energieleveranciers dat de in de energiewetgeving neergelegde geheimhoudingsplicht een resultaatsverplichting inhoudt. Het College deelt deze opvatting niet. Niet valt in te zien waarom de genoemde uitgangspunten van de energierichtlijnen noodzakelijk tot gevolg hebben dat de netbeheerder altijd aansprakelijk is voor het
bekend wordenvan geheim te houden gegevens, ook in het geval de gegevens buiten toedoen van de netbeheerder bekend worden. Het College acht de opvatting van de ACM dat de in algemene bewoordingen gestelde geheimhoudingsbepalingen een zorgplicht zouden inhouden die zo ver reikt als ACM aanneemt, ook in strijd met het lex certabeginsel, aangezien de tekst van de bepalingen niet het bestaan van een dergelijke plicht bevat. Nu noch uit de tekst van noch uit de toelichting bij artikel 79, eerste lid, E-wet en artikel 37, eerste lid, Gaswet kan worden afgeleid wanneer de geheimhoudingsplicht wordt geschonden, zoekt het College ter vaststelling van de betekenis van deze bepalingen, met de raadsheer advocaat-generaal, aansluiting bij het artikel uit het Wetboek van Strafrecht dat overtreding van (ook) deze geheimhoudingsbepalingen strafrechtelijk sanctioneert. Artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht verlangt, zo blijkt uit de wetsgeschiedenis van deze bepaling, voor schending van de geheimhoudingsplicht een - actieve - bekendmaking van de geheim te houden gegevens.
Beslissing
- draagt ACM op het door Liander en Nuon CCC betaalde griffierecht van elk € 788,- te vergoeden;
- veroordeelt ACM in de proceskosten van Liander en Nuon CCC tot een bedrag van elk € 2695,-.