ECLI:NL:CBB:2015:351

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
19 oktober 2015
Publicatiedatum
23 oktober 2015
Zaaknummer
14/45
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een commanditaire vennootschap en de niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens termijnoverschrijding

In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, staat de ontbinding van de commanditaire vennootschap OcTroje C.V. centraal. De Kamer van Koophandel heeft op 5 januari 2011 een opgaaf in het handelsregister ingeschreven, waarin de ontbinding van OcTroje C.V. met ingang van 31 december 2010 werd vastgesteld. Appellant, die zich als vennoot van OcTroje C.V. beschouwt, heeft op 27 september 2012 bezwaar aangetekend tegen deze inschrijving, maar de Kamer van Koophandel heeft dit bezwaar op 28 november 2013 niet-ontvankelijk verklaard. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 2 september 2015 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij zich richtte op de inschrijving van Immobilex Royalties B.V. als vennoot van OcTroje C.V. op 20 januari 2006. Het College heeft echter vastgesteld dat deze inschrijving niet ter toetsing voorligt en dat appellant de procedure bij de kantonrechter had moeten voortzetten. Het College heeft de argumenten van appellant weliswaar in overweging genomen, maar heeft geconcludeerd dat de inschrijving van de ontbinding van OcTroje C.V. op 5 januari 2011 niet ter discussie staat.

Het College heeft geoordeeld dat het bezwaar van appellant te laat is ingediend, waardoor het niet-ontvankelijk is verklaard. De termijnoverschrijding van zes weken, zoals genoemd in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, is niet verschoonbaar gebleken. De uitspraak van het College is op 19 oktober 2015 openbaar gemaakt, waarbij het beroep van appellant ongegrond is verklaard en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 14/45

Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 oktober 2015 in de zaak tussen

[naam] , te [plaats] , appellante

en

de Kamer van Koophandel, verweerster

(gemachtigde: mr. J.P.M. van der Ende).

Procesverloop

Bij besluit van 5 januari 2011 (het primaire besluit) heeft verweerster een opgaaf in het handelsregister ingeschreven, inhoudende de ontbinding van OcTroje C.V. met ingang van 31 december 2010 en de beëindiging van de onderneming per die datum.
Bij besluit van 28 november 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerster het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.
Appellant heeft een reactie daarop ingediend.
Verweerster heeft nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 september 2015. Appellant en de gemachtigde van verweerster zijn verschenen.

Overwegingen

1. Ter beoordeling staat het besluit van verweerster om het bezwaar van appellant niet‑ontvankelijk te verklaren, omdat hij het bezwaarschrift te laat heeft ingediend.
2. Het uitgebreide betoog van appellant in beroep heeft – zo begrijpt het College – betrekking op de inschrijving in het handelsregister van Immobilex Royalties B.V. als vennoot van OcTroje C.V. op 20 januari 2006. Hoewel het College begrip heeft voor de argumenten van appellant tegen de toenmalige inschrijving, moet worden vastgesteld dat die inschrijving thans niet aan de orde is en dus niet ter toetsing voorligt. Terecht heeft verweerster erop gewezen dat appellant destijds de procedure bij de kantonrechter over die inschrijving had moeten doorzetten.
Het College kan in deze procedure slechts beoordelen of het bezwaar van appellant van 27 september 2012 tegen de inschrijving van de ontbinding van OcTroje C.V. op 5 januari 2011 terecht door verweerster niet‑ontvankelijk is verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn van zes weken, genoemd in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht. Het College stelt vast dat van verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding niet is gebleken. Verweerster heeft dan ook terecht het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk verklaard.
3. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.A.B. van Dorst-Tatomir, in aanwezigheid van mr. M.B.L. van der Weele, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2015.
w.g. H.A.B. van Dorst-Tatomir w.g. M.B.L. van der Weele