Op 2 juli 2015 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Natuur en Milieu en Bayer CropScience SA-N.V., met betrekking tot de tijdige besluitvorming door het College voor de Toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). De appellanten, Stichting Natuur en Milieu en Stichting Greenpeace, hebben bezwaar gemaakt tegen besluiten van de Ctgb over de toelating en herregistratie van verschillende gewasbeschermingsmiddelen. De bezwaarschriften zijn ingediend in maart 2014, maar de Ctgb heeft niet tijdig beslist, wat heeft geleid tot een beroep van de appellanten. Het College heeft vastgesteld dat de beslistermijnen zijn overschreden en dat de Ctgb in gebreke is gebleven. De appellanten hebben verzocht om een dwangsom op te leggen voor het niet tijdig beslissen. Het College heeft geoordeeld dat de Ctgb uiterlijk op 25 november 2015 een beslissing moet nemen op de bezwaren en dat er een dwangsom van toepassing is voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 500,- voor de eerste dertig dagen, € 1.000,- voor de daaropvolgende periode en € 1.500,- voor de dagen daarna, met een maximum van € 90.000,-. Daarnaast is de Ctgb veroordeeld in de proceskosten van de appellanten tot een bedrag van € 490,- en moet het griffierecht van € 331,- worden vergoed.