Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Obbenkotte B.V., te Rossum (OV), verzoekster
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Voor zover in deze uitspraak een oordeel wordt gegeven over de rechtmatigheid van het bestreden besluit, is sprake van een voorlopig oordeel dat het College niet bindt in een eventuele bodemprocedure.
Verweerder stelt dat tevergeefs is getracht de kosten van de maatregelen bij dwangbevel in te vorderen. Verzoekster heeft de gerechtsdeurwaarder gemeld thans geen verhaal te bieden. Verweerder heeft enkele rechtshandelingen van verzoekster, waaronder de overdracht van de runderen, buitengerechtelijk vernietigd. Verzoekster heeft deze buitengerechtelijke vernietiging niet erkend. Verweerder is daarover nog geen procedure gestart bij de civiele rechter.
De voorzieningenrechter komt gelet op deze feiten en omstandigheden tot de conclusie dat verzoekster om een voorlopige voorziening vraagt die haar op dit moment tot geen enkel nut kan strekken. De door haar gevraagde opschorting van de invordering van de kosten sorteert immers geen enkel effect zo lang zij geen verhaal biedt. Nu verzoekster geen feiten of omstandigheden heeft gesteld waaruit blijkt dat zij op korte termijn mogelijk wel verhaal zal bieden en, gelet op de stand van voornoemde civiele procedures, de voorzieningenrechter in de stukken en het behandelde ter zitting ook overigens geen aanknopingspunten ziet dat dit het geval zal zijn, acht hij geen spoedeisend belang aanwezig, zodat dit verzoek om voorlopige voorziening reeds daarom dient te worden afgewezen.
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening voor zover het betrekking heeft op het bestreden besluit van 27 maart 2015 af;
- verklaart zich voor het overige onbevoegd om van het verzoek kennis te nemen.