Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 april 2015 op het hoger beroep van:
[naam 1], te [plaats 1],
2.
[naam 2] B.V.te [plaats 1], appellanten
Procesverloop in hoger beroep
(
www.tuchtrecht.nl, ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0333).
Grondslag van het geschil
sub 1 enig aandeelhouder en bestuurder van appellante sub 2.
.
Uitspraak van de accountantskamer
Ten aanzien van de klachtonderdelen 3 en 4 heeft de accountantskamer - kort samengevat- overwogen dat appellanten de gemaakte verwijten onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt.
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Appellanten stellen dat de reikwijdte van de door [naam 4] aan betrokkene en [naam 6] verstrekte opdracht zich niet alleen beperkte tot de formele opdracht de jaarrekeningen van appellante sub 2 en [naam 5] op te stellen en de fiscale aangiften voor deze vennootschappen en [naam 4] te verzorgen, maar zich ook uitstrekte over de pensioenaanspraken in eigen beheer en de (ongevraagde) advisering daarover.
Voorts heeft betrokkene zich, volgens appellanten, daadwerkelijk met het pensioen beziggehouden. Hij (dan wel medewerkers van [naam 6]) heeft ten behoeve van het samenstellen van de jaarrekening van appellante sub 2 een pensioenberekening gemaakt en deze met [naam 4] besproken. De externe pensioenadviseur, [naam 8] van [naam 9] B.V. ([naam 9]) is volgens appellanten niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de aanvullende pensioenafspraken in 2006 en heeft niet geadviseerd over het pensioen in eigen beheer. Aangezien in de periode van 2009 tot en met 2010 geen andere adviseurs dan betrokkene bij het pensioen in eigen beheer betrokken zijn geweest, hoorde het adviseren daarover tot de taken van betrokkene.
Volgens appellanten is het ook algemeen gebruikelijk dat een AA-accountant zich bezighoudt met pensioen in eigen beheer van de directeur-grootaandeelhouder en de advisering daarover. Bij de bespreking van de jaarrekening dient de accountant de pensioenverplichting aan de orde te stellen en te wijzen op risico’s zoals die blijken uit de pensioenberekening.
De aan betrokkene en [naam 6] verstrekte opdracht zag uitsluitend op het samenstellen van de jaarrekening, het verzorgen van de belastingaangifte en loonadministratie en de advisering over economische organisatorische en fiscale aangelegenheden. In dat kader is ten behoeve van de jaarrekening 2009 een pensioenberekening gemaakt die betrokkene met [naam 4] heeft besproken. Betrokkene weerspreekt niet dat hij in de loop der jaren en zelfs tot vlak voor het overlijden van [naam 4] gesprekken met hem heeft gevoerd over zijn financiën en het verzorgd achterlaten van de nabestaanden. Daarbij wilde [naam 4] vooral gedachten en ideeën uitwisselen. Van advisering was geen sprake en uiteindelijke keuzes heeft [naam 4] altijd zelf gemaakt.
In de opdrachtbevestiging van 13 maart 2007 van [naam 6] aan [naam 4], als directie van appellante sub 2, is onder meer het volgende opgenomen:
De opdracht
(…)
* het verzorgen van de aangifte vennootschapsbelasting;
* de behandeling van verzoek- en bezwaarschriften betreffende fiscale
aangelegenheden;
* het verzorgen van de aangifte inkomstenbelasting;
* het verzorgen van de financiële administratie;
* het verzorgen van de loonadministratie;
* advisering over de administratieve systemen;
* advisering over economische, organisatorische en fiscale aangelegenheden;
* voeren van fiscale procedures en overige procedures;
(…)”
Beslissing
mr. P.M. van der Zanden, in aanwezigheid van mr. P.M. Okyay-Bloem, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 april 2015.