Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 december 2014 in de zaken tussen
de minister van Economische zaken, verweerder
Procesverloop
Voor verweerder zijn voorts verschenen E.H. van Mulligen en P. Gunneman.
Overwegingen
gerealiseerdeuren voor project 2009-01-02 en 2011-1-1 opgegeven, respectievelijk 150 en 16 uren voor Savon en 36 en 3 uren voor V-Max. Voor project 2012-1-1 hebben appellanten een nadere toelichting op de werkzaamheden gegeven.
Voor het project 2011-1-1 heeft verweerder, gelet op de omstandigheid dat het project tijdens de beoordeling van de aanvraag reeds ‘on hold’ is gezet, de tot dan gerealiseerde uren voor dit project opgenomen in de S&O-verklaring. Dit betreft 16 uur voor Savon en 3 uur voor V-Max.
Verweerder heeft de primaire besluiten herroepen en voor het hierbovengenoemde aantal uren alsnog een S&O-verklaring afgegeven.
gerealiseerdeuren zijn meegenomen in de S&O-verklaring. Verweerder had uit moeten gaan van de
aangevraagdeuren. Nu verweerder dit niet heeft gedaan wordt appellanten de mogelijkheid ontnomen om binnen de projecten waarvoor de S&O-verklaring is afgegeven met uren te schuiven. Bij de hoorzitting is door appellanten aangegeven dat in project 2012-01-01 meer uren zijn gaan zitten dan waren voorzien en aangevraagd. Deze uren kunnen volgens appellanten evenwel worden overgeheveld naar de projecten waaraan minder uren zijn besteed, zoals de projecten 2009-01-02 en 2011-01-01. De mogelijkheid van schuiven blijkt, naar appellanten stellen, uit de – door verweerder uitgegeven – “Leidraad voor het gebruik van de WBSO in 2012” en de “Handleiding Wet Bevordering Speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) 2012”.
Nu de uren van de overige twee projecten zijn gekort tot de werkelijk gerealiseerde uren is het schuiven van het bovenmatige gedeelte van de uren van project 2012-01-01 onmogelijk gemaakt.
Bij appellanten is het vermoeden ontstaan dat zij worden tegengewerkt door verweerder. De ambtenaar die het bezwaar heeft behandeld is reeds vanaf de aanvraag betrokken geweest zodat van een strikte scheiding tussen degene die de beschikking neemt en degene die beslist op bezwaar geen sprake is. Tijdens de hoorzitting bleek volgens appellanten dat deze ambtenaar vooringenomen was.
6 november 2012 aan appellanten, ten aanzien van het project 2009-01-02 heeft gevraagd naar het aantal
aangevraagdeuren terwijl appellanten in hun antwoord van 22 november 2012 voor dit project het aantal
gerealiseerdeuren hebben opgegeven.
aangevraagdeuren. Zij hebben abusievelijk ook voor 2009-01-02 het totaal aantal
gerealiseerdeuren opgegeven.
aangevraagdeuren voor 2009-01-02 gesplitst zouden opgeven
Het College constateert dat appellanten in ieder geval niet verkeerden in de omstandigheden als waarop die praktijk ziet. Project 2011-1-1 was immers ‘on hold’ gezet en genereerde dus geen uren meer, nog voordat dit project was goedgekeurd.