Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam 1], te [plaats], appellant
10 mei 2012 door appellant ingediend tegen
[naam 2] (betrokkene)
Procesverloop in hoger beroep
12 april 2013, met nummer 12/869 Wtra AK (www.tuchtrecht.nl, ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0362).
Grondslag van het geschil en uitspraak van de accountantskamer
Betrokkene heeft dan ook zijn rapport, zoals hij heeft gedaan, mogen inrichten en
uitvoeren als assurance-rapport in overeenstemming met NV COS 3000.
Dit rapport is uitsluitend bestemd voor de curator van BV1 alsmede het gebruik door de curator van [naam 3] in rechtszaken met betrekking tot het faillissement van [naam 3].”
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
– het kantoor van de curator – “ter beschikking staande (digitale) financiële administratie en daartoe strekkende (administratieve) bescheiden van [naam 3] (…) voor de jaren 2002 – 2009 teneinde inzicht te verschaffen of – zo mogelijk – 1. (delen van) de financiële administratie en/of administratieve bescheiden/gegevens bij de curator ontbreken; 2. de (administratieve) onderbouwing van de individuele mutaties, in het bijzonder voor zover het ziet op de individuele rekening-courantmutaties en individuele (handels)transacties met verbonden vennootschappen, bij de curator ontbreken en of niet het vereiste inzicht verschaffen.” Een onderzoek met die beperkte strekking hoefde betrokkene ook naar het oordeel van het College niet als een persoonsgericht onderzoek in te richten.
Beslissing
mr. drs. P. Fortuin, in aanwezigheid van mr. C.G.M. van Ede, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 december 2014.