Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
de Autoriteit Consument en Markt, appellante (ACM)
AWB 11/479, in het geding tussen
ACM
en
[naam 1] B.V. en [naam 2] B.V., beide te [plaats 1] ([naam 3])
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Bij besluit van eveneens 16 oktober 2007 heeft ACM beslist op de bezwaren van de betrokken ondernemingen tegen de aan hen opgelegde boetes. Daarbij heeft ACM de hoogte van de opgelegde boetes gewijzigd.
Uitspraak van de rechtbank
De vervaltermijn van vijf jaar als bedoeld in artikel 64, eerste lid, Mw is derhalve gaan lopen op uiterlijk 8 april 2004 en niet is gebleken van een handeling van ACM, verricht na
1 oktober 2007, die de vervaltermijn heeft gestuit. Hieruit volgt dat ACM op 30 november 2009 niet (langer) de bevoegdheid toekwam om aan [naam 3] een boete op te leggen wegens overtreding van artikel 6 Mw.
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
6 mei 2009.
6 mei 2009 in de zaken van de andere ondernemingen. Die overwegingen impliceren dat de overtreding is geëindigd op 31 december 2006. Beide uitspraken gaan over hetzelfde kartel en de rechtbank velde in beide uitspraken één oordeel over hetzelfde kartel, zowel naar de aard als naar de duur van de overtreding. De rechtbank heeft niet gemotiveerd waarom ze bij de aangevallen uitspraak van dit rechtsoordeel kon afwijken. Dit levert een motiveringsgebrek op.