In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 30 september 2014, staat de afkeuring van zes checkwegers door Verispect B.V. centraal. Appellante, Dedert IJs B.V., produceert water- en fruitijs en maakt gebruik van niet-geijkte checkwegers in haar productieproces. De checkwegers werden door Verispect afgekeurd omdat zij niet voorzien waren van de vereiste ijkmerken, zoals voorgeschreven door de Metrologiewet en het Meetinstrumentenbesluit I. De zaak kwam tot stand na bevindingen van controleurs van Verispect, die op 3 januari 2012 de checkwegers inspecteerden en deze van een afkeuringsmerk voorzagen.
Appellante stelde dat de checkwegers enkel als hulpmiddel in het productieproces worden gebruikt en niet voor handelsdoeleinden. De vrijgave van het gewicht van de ijsjes zou plaatsvinden via steekproefcontroles op geijkte weegschalen. Het College moest beoordelen of de checkwegers onder de reikwijdte van de Metrologiewet vielen en of zij geijkt moesten zijn. Het College concludeerde dat de checkwegers wel degelijk gebruikt werden voor een geregelde meettaak, aangezien zij betrokken waren bij het wegen van de voorverpakkingen van de ijsjes, wat een handelsactiviteit betreft.
De uitspraak benadrukt dat de Metrologiewet en het Meetinstrumentenbesluit I vereisen dat meetinstrumenten die gebruikt worden voor gereguleerde taken, zoals het wegen van producten voor de handel, aan specifieke eisen moeten voldoen. Het College oordeelde dat de checkwegers niet voldeden aan deze eisen en dat de afkeuring door Verispect terecht was. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Deze uitspraak onderstreept het belang van naleving van metrologische regelgeving in de voedselproductie.