Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de meervoudige kamer van 29 januari 2014 in de zaak tussen Ruva Karreveld B.V. (Ruva), te Heibloem, appellante
het Productschap Zuivel, verweerder
Procesverloop
[naam 2] aanwezig.
Overwegingen
3. De overschrijding van het quotum door Vokar wordt door appellante niet betwist. Volgens appellante heeft verweerder echter ten onrechte vanwege deze overschrijding aan haar een heffing opgelegd omdat zij in 2010/2011 niet als koper was erkend in de zin van Verordening (EG) nr. 1234/2007. Er kan volgens appellante dus geen levering hebben plaatsgevonden aan een “koper”, zodat er sprake is van een rechtstreekse verkoop door Vokar aan een consument en verweerder de superheffing dient op te leggen aan Vokar.
e) „koper”: een onderneming of groepering die van een producent melk koopt:
(…)
3. De (…) nationale quota worden vastgesteld onverminderd een eventuele herziening in het licht van de algemene marktsituatie en van bijzondere omstandigheden in bepaalde lidstaten.
(…)
(…)
(…)
(…)
(…)”
4.3 Het College stelt vast dat niet bestreden is dat Vokar in de heffingsperiode 2010/2011 haar individuele quotum heeft overschreden. Uit de hiervoor vermelde bepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vloeit voort dat in dat geval overschotheffing verschuldigd is. Hetgeen door appellante is aangevoerd kan daaraan niet afdoen. Het betoog van appellante dat artikel 66, derde lid, van voormelde verordening een grondslag biedt voor een evenredigheidstoets, slaagt evenmin. Het College overweegt verder dat niet bestreden is dat appellante in de heffingsperiode 2010/2011 een hoeveelheid door Vokar geproduceerde melk heeft gekocht om deze door te verkopen aan een of meer bedrijven die melk of andere zuivelproducten behandelen of verwerken. Aldus was appellante koper in de zin van artikel 65, aanhef en onder e, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en was zij verantwoordelijk voor de inning van de door Vokar verschuldigde superheffing. Verweerder heeft appellante dus terecht aangemerkt als koper en haar terecht de nota superheffing over de heffingsperiode 2010/2011 opgelegd.
Beslissing
mr. J. Schukking, in aanwezigheid van mr. E. van Kerkhoven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2014.