Uitspraak
Stichting Autoriteit Financiële Markten(hierna: AFM).
1.Het procesverloop in hoger beroep
2.De grondslag van het geschil
14 september 2008 tot en met 31 december 2009 meer dan alleen contactgegevens ingewonnen van consumenten met betrekking tot (hypothecaire) kredieten en deze digitaal ingewonnen gegevens (‘leads’) tegen betaling doorgegeven aan met name twee financiële dienstverleners, te weten [naam 3] B.V. ([naam 3]) en [naam 4] B.V. ([naam 4]). De boete is opgelegd omdat de activiteiten van appellant volgens AFM gekwalificeerd moeten worden als bemiddelen, terwijl appellant niet beschikte over een vergunning om te bemiddelen.
3.De uitspraak van de rechtbank
4.De standpunten van partijen in hoger beroep
5.De beoordeling van het geschil in hoger beroep
Hetgeen appellant daartegenover heeft aangevoerd levert onvoldoende aanknopingspunten op om tot een ander oordeel te komen. De door hem overgelegde huurovereenkomst met [naam 3] is pas op 17 februari 2010 opgemaakt. Appellant heeft zijn standpunt, dat (onder meer) [naam 3] bedoelde websites exploiteerde en dat appellant enkel ondersteunende IT-werkzaamheden verrichtte, voor het overige niet concreet onderbouwd. De verklaringen van [naam 3] en [naam 4] acht het College in het licht van de overige gegevens niet overtuigend. Ook het feit dat op de websites was vermeld dat het financiële advies met betrekking tot het aangevraagde krediet en verwerking hiervan onder verantwoordelijkheid vallen van [naam 3], doet niet af aan de conclusie dat door appellant bemiddeld werd.