Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 maart 2014 in de zaak tussen
[naam], te [woonplaats], appellant
de Staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 33,50 en een heffing ter dekking van de investeringskosten van € 650,-. In de Gecombineerde opgave voor 2010 heeft appellant niet aangekruist dat hij in aanmerking wenste te komen voor een compensatie voor kosten in verband met de I&R centrale databank.
€ 650,- verschuldigd. Appellant had weliswaar de mogelijkheid om deze kosten te compenseren met een door hem bij de Gecombineerde opgave aan te vragen vergoeding, maar hij heeft dit nagelaten. Voor zover appellant opkomt tegen het niet uitbetalen van steun op grond van zijn Gecombineerde opgave betreft dit een apart besluit dat niet aan de orde is in deze procedure.
2. In aanvulling op het eerste lid is de houder per aan de houder toegekend UBN, waar op 1 november van het voorgaande jaar meer dan 100 schapen of geiten worden gehouden, jaarlijks een bedrag van € 650,00 verschuldigd”.
1 november 2009 meer dan 100 schapen hield. Op grond van de Regeling was appellant daarom de opgelegde investeringsheffing voor het jaar 2010 verschuldigd. Appellant bestrijdt dit ook niet. Dit betekent dat het bestreden besluit op goede gronden berust.
Hoe betreurenswaardig dit ook is: appellant kan met dit beroep tegen de beslissing op bezwaar inzake de investeringsheffing niet bereiken dat hem alsnog compensatie wordt uitgekeerd. Zoals verweerder ook terecht heeft benadrukt is die compensatie in deze beroepsprocedure niet aan de orde; het College dient zich te beperken tot het besluit dat appellant in bezwaar en beroep heeft aangevochten, en dat is het besluit waarin de factuur Heffingen en Retributies Dierregistraties (I&R) is opgelegd. De investeringsheffing van
€ 650,- volgt rechtstreeks uit de Regeling en is terecht opgelegd.
Overigens blijkt uit de gedingstukken dat veel meer schapenhouders hebben verzuimd om de compensatie voor de investeringsheffing aan te vragen, en dat betrokkenen verweerder tevergeefs hebben verzocht om alsnog te worden gecompenseerd.