ECLI:NL:CBB:2014:144
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- M.M. Smorenburg
- H. Bolt
- M. Munsterman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak accountantskamer over klacht tegen accountant
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de accountantskamer, waarin een klacht tegen accountant [naam 2] RA ongegrond werd verklaard. De klacht was ingediend door appellant op 16 juni 2011 en betrof het handelen van de accountant in relatie tot de Raad van Toezicht van bouwvereniging [naam 4]. De accountantskamer had geoordeeld dat de accountant voldoende hoor en wederhoor had geboden en dat er geen onrechtmatige salarisverhogingen door appellant waren toegekend. Appellant stelde dat de accountant de leden van de Raad van Toezicht niet afzonderlijk had gehoord en dat dit deugdelijkheid van het rapport in gevaar bracht. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de grieven van appellant besproken en vastgesteld dat de accountant als deskundige had opgetreden en dat de wijze van horen niet in strijd was met de geldende regels. Het College concludeerde dat er geen verplichting bestond om de leden van de Raad van Toezicht afzonderlijk te horen en dat de accountant voldoende waarborgen had getroffen om de juistheid van de informatie te waarborgen. Het College oordeelde verder dat de accountant niet onzorgvuldig had gehandeld door het conceptrapport gelijktijdig aan zowel appellant als de Raad van Toezicht voor te leggen. De grieven van appellant werden ongegrond verklaard, en het College bevestigde de uitspraak van de accountantskamer.