ECLI:NL:CBB:2013:CA1987

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
14 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
AWB 13/181 AWB 13/209
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van kennisneming van documenten in het kader van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden

In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gaat het om de beperking van de kennisneming van documenten in het kader van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De Bijenstichting had verzocht om openbaarmaking van documenten die door BayerCropScience SA-NV (BCS) waren ingediend met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame stof imidacloprid. Het primaire besluit van de verweerder, het College voor de Toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, was afwijzend, wat leidde tot een bezwaar van de Bijenstichting. In het bestreden besluit werd gedeeltelijk besloten tot openbaarmaking van 36 documenten, terwijl 49 documenten geheim bleven.

De voorzieningenrechter had op 10 april 2013 voorlopige geheimhouding gelast van de documenten tot er een beslissing was genomen op de beroepen van BCS en de Bijenstichting. Tijdens de zitting gaf BCS aan dat zij zich niet langer verzette tegen de openbaarmaking van een specifiek document. De verweerder heeft de documenten op 15 april 2013 overgelegd, met de mededeling dat alleen het College kennis mocht nemen van deze documenten.

Het College heeft in zijn overwegingen de belangen afgewogen. Enerzijds is er het belang van gelijke toegang tot informatie voor de partijen, anderzijds het belang van vertrouwelijkheid en het waarborgen van concurrentiegevoelige gegevens. Het College oordeelde dat de beperking van kennisneming gerechtvaardigd was, omdat onbeperkte toegang tot de documenten zou leiden tot een materieel eindoordeel in de zaak. De Bijenstichting werd verzocht om binnen twee weken aan te geven of zij instemde met de uitspraak op basis van de documenten, voor zover zij deze niet kende. De uitspraak werd gedaan door mr. C.J. Waterbolk, met mr. J. van Santvoort als griffier, op 14 mei 2013.

Uitspraak

beslissing
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Zaaknummers: 13/181 en 13/209
32000 Bestrijdingsmiddelenwet
Beslissing als bedoeld in artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen
1. BayerCropScience SA-NV, te Mijdrecht, appellante (hierna te noemen: BCS)
(gemachtigde: mr. E. Broeren),
2. stichting de Bijenstichting, appellante (hierna te noemen: de Bijenstichting)
(gemachtigde mr. L.J. Smale)
en
College voor de Toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, verweerder
(gemachtigde: mr. J.H. Geerdink).
Procesverloop
Bij besluit van 9 juli 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder afwijzend beslist op de verzoeken van de Bijenstichting van 11 mei 2011 en 24 augustus 2011 tot openbaarmaking van documenten op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Deze documenten zijn door BCS bij verweerder ingediend met betrekking tot een aantal gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame stof imidacloprid.
Bij op 19 maart 2013 bekend gemaakt besluit (het bestreden besluit) heeft verweerder beslist op het bezwaar van de Bijenstichting tegen het primaire besluit. Verweerder heeft daarbij enerzijds gedeeltelijk zijn beslissing tot geheimhouding van 49 documenten gehandhaafd. Anderzijds heeft verweerder gedeeltelijk het primaire besluit herroepen en beslist tot openbaarmaking van 36 documenten binnen een week na bekendmaking van het besluit. Al deze documenten tezamen worden hierna aangeduid als ‘de documenten’.
Op 21 maart 2013 en respectievelijk 1 april 2013 hebben BCS en de Bijenstichting beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
In zijn uitspraken van 10 april 2013 (LJN: BZ6769 en BZ6772) heeft de voorzieningenrechter voorlopige geheimhouding gelast van de documenten tot op de beroepen van BCS en de Bijenstichting is beslist. Ter zitting van de voorzieningenrechter heeft BCS aangegeven dat zij zich niet langer verzet tegen openbaarmaking van een presentatie van A uit 2010 (document nummer 36 in bijlage 2 van het beroepschrift van BCS). Dit document is tijdens de zitting van de voorzieningenrechter door BCS aan de Bijenstichting overhandigd.
Bij brief van 15 april 2013 heeft verweerder de documenten overgelegd. Daarbij heeft verweerder met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) medegedeeld dat uitsluitend het College van de documenten kennis zal mogen nemen.
Het betreft de volgende stukken:
1. 49 documenten betreffende overwegend laboratoriumstudies;
2. 35 documenten betreffende overwegend veldstudies.
Overwegingen
1. De door het College te nemen beslissing inzake de beperking van kennisneming vergt een afweging van belangen. Enerzijds zijn hierbij aan de orde het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor de beoordeling van het verzoek relevante informatie en het belang dat het College beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Anderzijds speelt een rol dat openbaarmaking van bepaalde gegevens het belang van een of meer partijen onevenredig kan schaden, terwijl verweerder er belang bij heeft ook in de toekomst de informatie, waaronder concurrentiegevoelige gegevens, aangeleverd te krijgen die zij voor een goede uitoefening van haar taken nodig heeft.
2. Het beroep van BCS heeft betrekking op 35 documenten ten aanzien waarvan verweerder na heroverweging heeft beslist tot openbaarmaking. BCS kan zich daarmee niet verenigen. Daarentegen ziet het beroep van de Bijenstichting op het onderdeel van het bestreden besluit waarbij het eerdere besluit tot geheimhouding van 49 documenten is gehandhaafd.
3. Het College acht beperking van de kennisneming van de documenten in deze procedure gerechtvaardigd. Doorslaggevend is hierbij dat het in deze beroepszaken nu juist draait om de vraag of terecht en op juiste gronden toepassing is gegeven aan een in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden opgenomen bijzondere openbaarmakingsregeling. Indien (alle) partijen onbeperkt over de documenten zouden kunnen beschikken, zou op onaanvaardbare wijze worden vooruitgelopen op de rechtmatigheid van de in bezwaar gehandhaafde afwijzing, respectievelijk van de beslissing om de 35 documenten alsnog openbaar te maken. Aldus zou materieel een eindoordeel in de zaak worden gegeven en zou de voorziening die wordt geboden door artikel 8:29 van de Awb in feite zinledig worden gemaakt. De vertrouwelijkheid van de documenten dient dan ook in ieder geval te worden bewaard tot de einduitspraak.
4. Artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb, strekt er blijkens de wetsgeschiedenis toe dat de bestuursrechter niet tegen de wil van partijen uitspraak doet op grondslag van de stukken die zij niet kennen. Het toestemmingsvereiste geldt derhalve niet ten aanzien van een partij die de stukken al kent.
5. De Bijenstichting wordt verzocht om binnen twee weken na heden schriftelijk kenbaar te maken of zij ermee instemt dat het College mede op grondslag van de documenten, voor zover zij deze stukken niet kent, uitspraak doet op de beroepen.
Beslissing
Het College:
- beslist dat beperking van de kennisneming van de documenten gerechtvaardigd is;
- verzoekt de Bijenstichting om binnen twee weken na heden schriftelijk aan het College kenbaar te maken of zij ermee
instemt dat het College mede op grondslag van de documenten uitspraak doet op de beroepen, voor zover zij deze
stukken niet kent.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, in aanwezigheid van mr. J van Santvoort, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2013.
w.g. C.J. Waterbolk w.g. J. van Santvoort