ECLI:NL:CBB:2013:CA1015
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestuursdwang en maatvoering van troggen in de varkenshouderij
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 april 2013 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, A v.o.f., tegen de Staatssecretaris van Economische Zaken. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen besluiten van 17 januari 2013, waarbij haar lasten onder bestuursdwang waren opgelegd wegens overtredingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, het Varkensbesluit en het Besluit welzijn productiedieren. Verzoekster verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening was dat de opgelegde maatregelen, met name de maatvoering van de troggen, niet in overeenstemming waren met de huidige praktijk en onterecht handhavend werden opgelegd.
De voorzieningenrechter overwoog dat, hoewel verzoekster erkende dat er sprake was van een overtreding, er een belangenafweging gemaakt moest worden. Verzoekster stelde dat haar voederwijze, die voorziet in een frequentie van 18 keer per dag, in feite voldeed aan de welzijnseisen voor varkens. De voorzieningenrechter concludeerde dat de onmiddellijke uitvoering van de opgelegde maatregelen onevenredig nadeel zou opleveren voor verzoekster, vooral gezien de aanzienlijke investeringen die nodig zouden zijn om aan de regelgeving te voldoen.
De voorzieningenrechter schorste daarom de primaire besluiten en het bestreden besluit, voor zover het betreft de maatregelen die zien op de maatvoering van de trog, tot het College uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster en diende het betaalde griffierecht te worden vergoed. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in bestuursrechtelijke handhaving.