ECLI:NL:CBB:2013:CA0926
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bestuurlijke boete onder de Meststoffenwet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 16 november 2011, waarin een bestuurlijke boete van € 7.822 werd opgelegd wegens overschrijding van de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen en de fosfaatgebruiksnorm in 2008. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de oppervlakten die door verweerder zijn gehanteerd niet juist zijn, en heeft daarbij verwezen naar een rapport van het Analytisch Chemisch Milieu Adviesbureau Almelo (ACMAA) van 24 maart 2010. Dit rapport zou volgens appellant bewijs leveren voor zijn stellingen, maar de rechtbank oordeelt dat het rapport niet kan worden aangemerkt als nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid, aangezien het rapport niet vóór het besluit van 15 december 2009 kon worden overgelegd.
Daarnaast heeft appellant betoogd dat hij de geschatte voorraad over de jaren 2006, 2007 en 2008 verkeerd heeft ingeschat en dat perceel 5 niet beweid maar slechts gemaaid wordt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze stellingen geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden betreffen die na het besluit van 15 december 2009 zijn voorgevallen. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, en het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt deze uitspraak. Het College concludeert dat appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die een hernieuwde toetsing van het eerdere besluit rechtvaardigen. De beslissing van het College is dat het hoger beroep niet kan slagen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.