ECLI:NL:CBB:2013:BZ4366
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. Verwayen
- W.E. Doolaard
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Tuchtzaak over overtredingen van de Verordening Varkensleveringen door een varkenshouder
In deze zaak gaat het om een tuchtprocedure tegen appellant A, een varkenshouder, die in beroep is gegaan tegen een tuchtuitspraak van het Tuchtgerecht Productschap Vee en Vlees. De tuchtuitspraak, gedateerd op 8 oktober 2010, betrof meerdere overtredingen van de Verordening Varkensleveringen (PVV) 2007. De appellant had varkens afgevoerd naar meer dan zes D-bedrijven binnen een periode van zes weken, wat in strijd is met de regels die zijn opgesteld om de verspreiding van besmettelijke dierziekten te voorkomen. De overtredingen werden vastgesteld door een controleur van het Centrum voor Bedrijfsdiensten B.V. en resulteerden in een geldboete van € 2000,-, waarvan € 1000,- voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
De appellant voerde aan dat hij niet verantwoordelijk was voor de overtredingen, omdat hij recentelijk was gewisseld van varkenshandelaar en dat hij in een overmachtssituatie verkeerde. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde echter dat de appellant zich bewust was van de regels en dat hij niet voldoende had aangetoond dat hij geen andere mogelijkheden had om de varkens af te voeren zonder de regels te overtreden. Het College benadrukte het belang van naleving van de Verordening voor de gezondheid van de Nederlandse varkensstapel en wees de grieven van de appellant af.
De uitspraak van het College bevestigde de tuchtuitspraak van het Tuchtgerecht en verklaarde het beroep van de appellant ongegrond. Het College concludeerde dat de opgelegde boete in verhouding stond tot de ernst van de overtredingen en dat de appellant niet had aangetoond dat hij in een overmachtssituatie verkeerde. De uitspraak onderstreept de noodzaak van strikte naleving van de regelgeving in de varkenshouderij om de verspreiding van dierziekten te voorkomen.