ECLI:NL:CBB:2013:BZ4102
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- E.R. Eggeraat
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van S&O-verklaring voor speur- en ontwikkelingswerk in het kader van de Wet vermindering afdracht loonbelasting
In deze zaak hebben appellanten, A BV en C BV, beroep ingesteld tegen besluiten van de Minister van Economische Zaken, waarbij hun aanvragen voor een S&O-verklaring voor het project "Testunit/beursopstelling (virtuele ober)" zijn afgewezen. De aanvragen werden ingediend op 30 juni 2010 en betroffen werkzaamheden die volgens de appellanten als speur- en ontwikkelingswerk konden worden aangemerkt onder de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (Wva). De Minister had eerder S&O-uren toegekend voor twee andere projecten, maar de aanvraag voor het derde project werd afgewezen omdat de technische nieuwheid niet aannemelijk was gemaakt.
Tijdens de hoorzitting op 13 december 2012 werd de zaak besproken, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De Minister heeft in zijn besluiten gesteld dat de werkzaamheden niet als speur- en ontwikkelingswerk konden worden gekwalificeerd, omdat het zou gaan om routinematige ontwikkelingen zonder technische nieuwheid. De appellanten voerden aan dat de Minister in strijd met artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) had gehandeld door het bezwaar niet op de grondslag van het oorspronkelijke besluit te heroverwegen, maar het te behandelen als een nieuwe aanvraag.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de Minister in redelijkheid had kunnen concluderen dat de appellanten onvoldoende aannemelijk hadden gemaakt dat hun werkzaamheden onder de Wva vielen. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. E.R. Eggeraat, met mr. J.M.M. Bancken als griffier, op 25 januari 2013.