Uitspraak
[appellant 1], te [woonplaats],
[appellant 2], te [woonplaats],
[appellant 3], te [woonplaats],
1.Het procesverloop in hoger beroep
Appellanten zijn in persoon verschenen. Betrokkene is eveneens in persoon ter zitting verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigden mr. F.C.M. van der Velden en
mr. G. Kattenberg, beiden advocaat te Amsterdam.
2.De uitspraak van de accountantskamer
3.De beoordeling van het hoger beroep
Als tweede grief, voor het geval het College voormelde klachtonderdelen ontvankelijk acht, hebben appellanten aangevoerd dat het handelen van betrokkene jegens klager sub 3, voor zover dit heeft plaatsgevonden vóór 1 januari 2007, dient te worden getoetst aan de GBR-1994.
Het College wijst er voorts op dat niet is voorzien in de mogelijkheid van stuiting van de driejaarstermijn.
Aangezien een uitbreiding van de klacht in hoger beroep bij het College niet mogelijk is, omdat dit in strijd zou komen met de beginselen van een behoorlijke tuchtprocedure, zal het College deze verwijten niet bij de beoordeling van het hoger beroep betrekken.