Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[verzoekster], te [woonplaats], verzoekster,
de minister van Infrastructuur en Milieu (de minister), verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Voor zover in deze uitspraak een oordeel wordt gegeven over de rechtmatigheid van het primaire besluit, is sprake van een voorlopig oordeel dat het College niet bindt in een eventuele bodemprocedure.
"Het is de houder van een communautaire vergunning (...) verboden om een gewaarmerkte kopie van die vergunning al dan niet tegen betaling ter beschikking te stellen aan een derde ten behoeve van het verrichten van beroepsvervoer."
"Onder een derde wordt verstaan een ander die niet voor rekening en risico van de vergunninghouder beroepsvervoer verricht. Het verbod ziet dus niet op het ter beschikking stellen van een gewaarmerkte kopie van de vergunning aan een bestuurder van de vrachtauto die voor de vergunninghouder rijdt."
Beslissing
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 318,-- aan verzoekster te vergoeden;
- veroordeelt de minister in de proceskosten tot een bedrag van € 944,--, te betalen