Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 oktober 2013 in de zaak tussen
Veehouderij [A], te [vestigingsplaats], appellante(gemachtigde: ing. J. Voets),
de Staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
18 percelen met een totale oppervlakte van 45.33 ha opgegeven met daarbij een slotenmarge van 0.42 ha. Bij het primaire besluit is verweerder uitgegaan van een definitieve (geconstateerde) oppervlakte van 44.85 ha. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de geconstateerde oppervlakte van een aantal percelen groter vastgesteld. Dit heeft geleid tot een aanpassing van de netto bedrijfstoeslag voor 2011 (€ 19.413,85) en een nabetaling van € 221,47.
Perceel 13 is met uitsluiting van de verharding 5.72 ha. Bij perceel 18 heeft verweerder een hoek niet goedgekeurd: hier was een aantal betonplaten opgeslagen die echter zijn afgevoerd. Op die plaats groeit gras.
In een enkel geval zijn bij de GPS-meting ten onrechte niet-subsidiabele elementen, zoals een (verhard) pad of een stapel betonplaten, meegenomen. Deze heeft verweerder terecht niet in aanmerking genomen bij de vaststelling van de subsidiabele oppervlakte.