Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 mei 2013 in de zaak tussen
[A], te [woonplaats], appellant
Kamer van Koophandel Amsterdam, verweerster
Procesverloop
Verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De derde-partij is niet ter zitting verschenen.
Overwegingen
Niet aannemelijk is geworden dat appellant tijdig om uitstel heeft verzocht voor het indienen van gronden. Gelet hierop heeft verweerster terecht haar beslissing op bezwaar gebaseerd op hetgeen appellant in zijn bezwaarschrift heeft aangevoerd. Hetgeen appellant heeft aangevoerd heeft voor verweerster geen aanleiding behoeven te zijn om aan de juistheid van de door [B] opgegeven informatie te twijfelen. Ook anderszins was er naar het oordeel van het College voor verweerster geen aanleiding te moeten twijfelen aan de juistheid van die informatie.
Zijn stellingen omtrent de onjuistheid van de opgave van de ontbinding van de BV heeft appellant voorts niet onderbouwd, zodat ook om deze reden hieraan niet de waarde gehecht kan worden die appellant kennelijk daaraan gehecht wil zien.