In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 augustus 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen Hoogwegt International B.V. en het Productschap Zuivel. De zaak betreft de afwijzing van restitutieaanvragen door het Productschap Zuivel, die waren ingediend door appellante in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De primaire besluiten van de verweerder, waarin een aantal restitutieaanvragen werd afgewezen en reeds betaalde voorschotten werden teruggevorderd, zijn door appellante bestreden. De verweerder had de afwijzing van de aanvragen gemotiveerd door te stellen dat de controle-exemplaren T5 niet tijdig waren aangeboden bij de douane, waardoor de restitutie niet kon worden uitgekeerd.
Tijdens de zitting heeft appellante bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat de T5-documenten wel degelijk op de juiste wijze waren aangeboden. Het College heeft vastgesteld dat de douane de T5-documenten in behandeling heeft genomen en dat de afwijzing van de resterende restitutieaanvragen op een onjuiste uitleg van de relevante regelgeving berustte. Het College heeft geoordeeld dat de bestreden besluiten vernietigd moeten worden en dat de primaire besluiten, voor zover betrekking hebbend op de resterende restitutieaanvragen, herroepen moeten worden. De appellante heeft recht op de haar verleende voorschotten, en de verweerder is opgedragen het betaalde griffierecht te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van correcte procedurele afhandeling van restitutieaanvragen en de noodzaak voor de douane om de juiste procedures te volgen bij de controle van uitvoer van landbouwproducten. Het College heeft de zaak zelf in de zin van toewijzing van de aanvragen voorzien, wat betekent dat de appellante de restitutie zal ontvangen die zij aanvankelijk was ontzegd.