Uitspraak
Minister van Economische Zaken(hierna: de minister).
1.Het procesverloop in hoger beroep
2.De grondslag van het geschil
Bij besluit van 1 juli 2010 is de minister overgegaan tot invordering van een volgens de minister op 2 april 2010 van rechtswege verbeurde dwangsom. In dit besluit heeft de minister overwogen dat uit radiopeilingen, relatieve veldsterktemetingen en een ter plaatste ingesteld onderzoek van het Agentschap Telecom is gebleken dat op 2 april 2010 radiocommunicatiesignalen werden uitgestraald via antennes die waren gemonteerd in de antennemast op het perceel van appellant op een frequentie van ongeveer 100,0 megahertz in de FM-omroepband.
3.De uitspraak van de rechtbank
4.De standpunten van partijen in hoger beroep
Nabij de woning van appellant zijn/waren meerdere voor uitzending geschikte antennes. Het gaat om de directe buurman op een tiental meters afstand, de achterbuurman op zo’n honderd meter afstand en nog vijf masten. Het rapport van bevindingen van 7 april 2010 kent een aantal evidente omissies die cruciaal zijn. De inspecteur heeft niet vermeld dat hij het rapport in de functie van buitengewoon opsporingsambtenaar ambstedig heeft opgemaakt. En ook vermeldt hij niet waar zijn onderzoek ter plekke uit heeft bestaan. Gelet op de aanwezige zendmasten was het in dit geval noodzakelijk om ter plekke nader onderzoek te doen. Als de inspecteur zijn auto had verlaten dan had hij de andere antennes gezien, waaronder die van de naaste buurman.
Bij brief van 13 juli 2011 heeft de minister de rechtbank nader geïnformeerd over de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de metingen. In deze brief staat dat met een counterratelaar precisiemeting mogelijk is, maar in het rapport van bevindingen maakt de inspecteur geen gewag van een counterratelaar. Appellant maakt uit de beschrijving van de meting op dat de auto niet was voorzien van een counterratelaar. Het ontgaat appellant bovendien waarom de meetgegevens niet zouden kunnen worden opgeslagen. De zorgvuldigheid van de onderzoeken van het Agentschap Telecom is hiermee al in het geding. De minister doet voorkomen alsof het alleen om een richting gaat van waaruit wordt uitgezonden en als daar een zendmast is te zien dan zou dat de zendmast zijn waarmee is uitgezonden.