Uitspraak
Productschap Vee en Vlees, verweerder,
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft Zwanenberg Food Group B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Vee en Vlees, waarbij de eerder toegekende restitutie voor de uitvoer van vleesconserven werd ingetrokken. Dit besluit volgde op een boekhoudkundige controle, de '4045-controle', uitgevoerd door de Douane, die concludeerde dat de restitutie ten onrechte was verleend. De controle vond plaats op basis van Verordening (EG) nr. 4045/89, die de lidstaten verplicht om controles uit te voeren op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw.
De procedure begon met een besluit van 30 september 2009, waarin het Productschap de bezwaren van Zwanenberg tegen een eerder terugvorderingsbesluit van 16 maart 2005 behandelde. Dit terugvorderingsbesluit had betrekking op een restitutie die was verleend op een aangifte ten uitvoer in 2001. Het Productschap stelde dat Zwanenberg een onjuiste restitutiecode had opgegeven, wat leidde tot de intrekking van de restitutie en een terugvordering van € 2.033,25, vermeerderd met wettelijke rente en een sanctie van 50% over het teveel aangevraagde bedrag.
Tijdens de zittingen voerde Zwanenberg aan dat het Productschap niet bevoegd was om de restitutiecode te beoordelen, aangezien deze bevoegdheid bij de Douane lag. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde echter dat het Productschap wel degelijk bevoegd was om de restitutie te intrekken, omdat de restitutiecode onjuist was. Het College concludeerde dat de restitutie onverschuldigd was betaald en dat het Productschap recht had op terugvordering. De sanctie van 50% werd ook gehandhaafd, omdat er geen sprake was van een vergissing van de bevoegde autoriteit.
Het College oordeelde verder dat de redelijke termijn in de procedure was overschreden en heropende het onderzoek met betrekking tot de gevraagde schadevergoeding. Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond, maar het onderzoek naar de schadevergoeding zal worden voortgezet.