ECLI:NL:CBB:2012:BX0558
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- E.R. Eggeraat
- G.P. Kleijn
- J.A.M. van den Berk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag voor energie-investeringsaftrek met betrekking tot een elektrostatisch stoffilter
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 juni 2012 uitspraak gedaan in de zaken AWB 10/555 t/m AWB 10/561, waarin Tulip Netherlands (NO. 1) B.V. in beroep is gegaan tegen besluiten van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De appellante had een aanvraag ingediend voor een energie-investeringsaftrek (EIA) in verband met een investering in een elektrostatisch stoffilter voor ketel 41. De Minister had de aanvraag afgewezen op basis van het argument dat niet voldaan was aan de vereiste besparingsnorm, zoals vastgelegd in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de bijbehorende uitvoeringsregeling.
De procedure begon met een beroep van appellante op 8 juni 2010 tegen zeven besluiten van de Minister van 28 april 2010, waarin de bezwaren van appellante gedeeltelijk gegrond waren verklaard, maar de afwijzing van de EIA-verklaring werd gehandhaafd. De Minister stelde dat de investering niet leidde tot energiebesparing ten opzichte van het historisch energiegebruik van ketel 41, omdat deze ketel tijdelijk buiten gebruik was gesteld vanwege te hoge stofemissies. De appellante betoogde dat de referentieperiode voor de berekening van de energiebesparing niet representatief was, omdat de ketel 41 niet meer gebruikt mocht worden en dat de investering noodzakelijk was om de stoomproductie te continueren.
Het College oordeelde dat de Minister terecht de situatie voorafgaand aan de investering als referentie had genomen en dat de tijdelijke buitengebruikstelling van ketel 41 geen invloed had op de berekening van het historisch energiegebruik. Het College concludeerde dat de investering niet voldeed aan de vereiste besparingsnorm en dat de bestreden besluiten terecht waren gehandhaafd. De beroepen van appellante werden ongegrond verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.