2. De beoordeling van het geschil
2.1 Ingevolge artikel 1:3, eerste lid, Awb wordt onder besluit verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
2.2 In de brief van 7 december 2010 heeft verweerder appellant meegedeeld dat de aanvraag bedrijfstoeslag 2006 bij het besluit van 8 april 2008 is afgewezen en dat het bedrag van €1.419,05 wordt verrekend met het uit te betalen bedrag van de bedrijfstoeslag 2010. Voor het overige luidt de brief: “U ontvangt hierover de komende maanden een beslissing. Na de verrekening ontvangt u een verrekenbrief waarin staat dat de bedrijfstoeslag 2010 verrekend is met de vordering van de bedrijfstoeslag 2006. Indien na de verrekening nog een deel van de vordering open blijft staan dan moet u dit terugbetalen. Voor het resterende deel ontvangt u dan een factuur.” De brief wordt afgesloten door een bezwaarclausule.
2.3 In het bestreden besluit stelt verweerder zich op het standpunt dat de brief van 7 december 2010 geen besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, Awb is. De mededeling in deze brief is niet gericht op enig rechtsgevolg en de rechtspositie van appellant wordt hierdoor niet gewijzigd. In de brief wordt slechts een voornemen geuit en nog geen definitieve beslissing genomen over de verrekening. Uit de brief blijkt voorts duidelijk dat er nog een definitieve beslissing volgt. Dat er een bezwaarclausule in de brief is opgenomen maakt dit niet anders. Verweerder concludeert dat het bezwaar niet-ontvankelijk diende te worden verklaard.
In het verweerschrift heeft verweerder - mede onder verwijzing naar de uitspraak van het College van 25 juni 2004 (www.rechtspraak.nl, LJN AQ9851, AWB 03/373) - hieraan toegevoegd dat ten tijde van de brief van 7 december 2010 de bedrijfstoeslag 2010 nog niet was vastgesteld, zodat het openstaande bedrag hierin evenmin daadwerkelijk is verrekend. Pas bij het besluit van 30 maart 2011 is het openstaande bedrag verrekend met de bedrijfstoeslag 2010 en hiertegen heeft appellante geen rechtsmiddel ingesteld.
2.4 Appellant stelt dat de brief van 7 december 2010 wel een besluit is. Verweerder deelt appellant in de brief mee dat hij het openstaande bedrag daadwerkelijk verrekent. Dit heeft, anders dan verweerder stelt, wel rechtsgevolg, te weten dat appellant niet het toegekende bedrag aan bedrijfstoeslag voor 2010 ontvangt. Dat verweerder slechts een voornemen om te verrekenen heeft geuit, blijkt niet uit de brief. Hieruit blijkt duidelijk dat sprake is van een verrekening. Weliswaar gaat de verrekening nog plaatsvinden, maar het besluit om dat te doen staat met de brief vast. Het bezwaar is derhalve ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
2.5 Het College ziet zich voor de vraag gesteld of de brief van 7 december 2010 een besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, Awb. Het College beantwoordt deze vraag ontkennend. Met verweerder is het College van oordeel dat deze brief slechts de aankondiging van een te nemen besluit bevat. Van een besluit tot verrekening was nog geen sprake, nu de brief uitdrukkelijk vermeldt dat appellant over de verrekening de komende maanden een beslissing ontvangt en verweerder dus evident niet beoogde reeds met deze brief appellants rechtspositie - door verrekening - te wijzigen. Dat deze brief wel een bezwaarclausule bevat is ongelukkig, maar bewerkstelligt niet dat de brief van 7 december 2010 niettemin een besluit oplevert.
Ambtshalve overweegt het College nog dat verweerder evenmin in artikel 6:10 Awb aanleiding heeft hoeven zien niet-ontvankelijkverklaring van het voortijdig ingediende bezwaarschrift achterwege te laten, nu enerzijds het besluit op dat moment niet reeds tot stand was gekomen en anderzijds (de gemachtigde van) appellant - gelet op de uitdrukkelijke aankondiging dat een beslissing nog zou volgen - niet redelijkerwijs kon menen dat dit wel reeds het geval was.
2.6 Uit het voorgaande volgt dat verweerder het bezwaar van appellant terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.