ECLI:NL:CBB:2011:BU9156
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Randvoorwaardenkorting op GLB-inkomenssteun en identificatieplicht voor runderen
In deze zaak heeft appellant, een landbouwer, beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, waarbij een randvoorwaardenkorting van 1% op zijn rechtstreekse betalingen voor het jaar 2010 was vastgesteld. Dit besluit volgde op een constatering van de Algemene Inspectiedienst (AID) dat een rund van appellant geen oormerken had, wat in strijd was met de regelgeving inzake identificatie en registratie van dieren. Appellant had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van 5 januari 2011, waarin de randvoorwaardenkorting was vastgesteld. Tijdens de zitting op 18 november 2011 heeft appellant verklaard dat de stier bij de geboorte wel gemerkt was, maar dat de oormerken later verloren waren gegaan. Hij had geprobeerd nieuwe oormerken te verkrijgen, maar durfde deze niet aan te brengen.
De rechter heeft overwogen dat de regelgeving vereist dat runderen, geboren na 31 december 1997, binnen een bepaalde termijn van oormerken worden voorzien. De niet-naleving van deze verplichting leidt tot een korting op de rechtstreekse betalingen. Het College heeft vastgesteld dat appellant deze verplichting niet heeft nageleefd, aangezien de oormerken niet zijn hersteld. De rechter heeft ook het standpunt van appellant dat de korting onterecht was, verworpen. De regelgeving biedt ruimte voor kortingen bij niet-naleving, en in dit geval was de korting van 1% gerechtvaardigd, gezien de omstandigheden.
Het College heeft geconcludeerd dat de Staatssecretaris in redelijkheid tot de beslissing kon komen om de randvoorwaardenkorting toe te passen. De omstandigheid dat appellant de oormerken niet zelf durfde aan te brengen, werd niet als voldoende argument gezien om de korting geheel achterwege te laten. De uitspraak van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.